zondag 4 oktober 2020

Odilia Beck • 5 oktober 1624

• ‘Mag ik me even voorstellen? Mijn naam is Odilia Beck, ik ben een jaar of 17. Het is 1624, en ik woon samen met mijn broer David en zijn twee kinderen in de Hoogstraat in Den Haag. Mijn broer houdt dit jaar een papieren dagboek bij, maar dat vind ik zooo zeventiende-eeuws dat ik dacht: dat moet leuker kunnen! Daarom houd ik dagelijks mijn blog voor het jaar 1624 voor jullie bij. Met iedere dag mijn belevenissen, het echte weer van diezelfde dag in 1624 en verder zeventiende-eeuwse prenten en schilderijen, gebruiksvoorwerpen, recepten, kaarten, kranten, het laatste nieuws en de heetste roddels van het Oranje-hof. Jullie denken misschien dat ik alles uit mijn duim zuig, maar ik heb echt bestaan en zeker 95% van wat ik jullie te vertellen heb, is waargebeurd.’

5 oktober
Het gaat niet goed met ons broertje Abraham. Hij is alweer dagen aan het zwerven en bedelen. Oom Adriaan kwam vandaag zelfs langs om zijn beklag te doen: hij had Abraham over het Voorhout zien schooieren. Oom vindt dat David en ik beter ons best moeten doen om hem in toom te houden. Zo’n bedelend scharminkel straalt negatief af op de hele familie, zegt hij, en onze eer is van het hoogste belang.
Ik weet niet goed hoe we dit moeten oplossen.
Met drie jonge kinderen in huis ben ik veel te druk om me ook nog eens met Abraham bezig te houden en David heeft de hoop voor ons broertje allang opgegeven. We hebben al van alles geprobeerd, van vleierij tot gevangenneming en alles daartussenin, maar werkelijk niets helpt.
De laatste dagen heb ik gelukkig een kind minder om voor te zorgen, omdat Sara voor het eerst een paar nachtjes alleen bij broer Hendrik en zuster Eva logeert. Alleen komt er vannacht onweer aan volgens David. Als dat in Delft ook zo is betwijfel ik of Sara het logeerpartijtje nog steeds zo leuk zal vinden: ze is als de dood voor donder en bliksemschichten.
David is nog steeds druk met zijn kopieeropdracht voor de heer Pauw, ook nu is hij nog aan het werk. Ondertussen neemt de sterfte aan de pest ook in Arnhem zeer toe, zo hoorden we van Breckerveld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten