• Vader Heinrich Floris Schopenhauer aan zijn zoon, de filosoof Arthur Schopenhauer (1788-1860). Uit: De wereld deugt niet (vertaling Tinke Davids).
Hamburg, 23 oktober 1804
Mijn lieve zoon,
Aangezien je mij nu schriftelijk beloofd hebt fraai en vloeiend te leren schrijven en perfect te leren rekenen, wil ik daar ook op vertrouwen, met het verzoek het ook zo ver te brengen dat je net als andere mensen rechtop loopt, opdat je geen ronde rug krijgt, wat een afschuwelijk gezicht is. De goede houding aan de lessenaar is evenzeer nodig als die in het algemene leven, want wanneer men in een eetzaal zo'n kromgebogen persoon ziet, neemt men aan dat het een verklede schoen- of kleermaker is. Het is goed dat je een kostuum hebt laten maken, het is al betaald, maar je moet daar ook een wintervest aan toevoegen, de heer Kabrun zal de onkosten vergoeden. Wees even toegewijd aan deze goede man als dankbaar en verzoek hem jou de wissels en de facturen te laten schrijven, op zijn comptoir, opdat deze er zo blijven uitzien dat ze in de hele wereld gezien mogen worden. Er zijn weinig handelshuizen waar je je zo goed kunt voorbereiden om een goede kantoorklerk te worden als bij mijn goede vriend Kabrun in Danzig. Let daarom goed op en luister naar zijn woorden, die kunnen niet anders zijn dan uiterst bevorderlijk voor je vooruitgang in de wereld. Het loont zich echter niet je de nieuwe fluit nog toe te zenden, aangezien immers de helft van de tijd die je in Danzig doorbrengt, al voorbij is; speel daarom steeds op de oude bij een of ander concert, want ook dat zal een aanbeveling voor je zijn in je vaderstad. Je moeder schrijft me zelfs dat je opeens een jongeling van stand bent geworden, want men vertelt haar over je keurige gedrag, zorg er echter voor dat deze ordelijkheid ook heerst in je kamer en bij je reisbenodigdheden [...].
Als je in de manege goede lessen of van een goede korporaal door exerceren een betere maintient van het lichaam kunt verwerven, dan wil ik ook daarvan graag de kosten betalen, alleen moet je je toch ook oefenen in het Frans en Engels, en meneer Kabrun opnieuw verzoeken je brieven in die talen, evenals in het Duits, te laten schrijven; hij helpt je graag op weg, en wanneer je zijn briefstijl begrijpt, heb je werkelijk alles wat je nodig hebt, ook zou ik willen dat je bij de heer Jaenisch hier ter stede niet meer als een kind op het comptoir zit, en daarmee Gods beste zegen.
Schopenhauer
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten