maandag 5 oktober 2020

Salvador Dalí • 6 oktober 1920

Salvador Dalí was een Spaanse schilder (1904-1989). Na zijn dood werden zijn dagboeken uit 1919-1920 gepubliceerd. Begin oktober 1920 schreef hij in zijn dagboek een aantal herinneringen op aan de voorbije zomer en aan Cadaqués, het vissersdorp waar zijn familie een huis bezat. 

Oktober

De patacada
In vroeger tijd zong en danste men de 'patacada'. De patacada was een soort rudimentaire sardana die in donkere nachten gedanst werd door de oude vrouwen van het dorp, door elkaar bij de hand vast te houden en zingend rondom een vuur te draaien. Wat ze zongen waren altijd satirische liedjes gericht tegen hun bazin, tegen de buurdorpen, tegen rijke mensen. Er was er een die ging over de ruzies tussen mijn grootvader, die de dokter was, en zijn vrouw. Ze konden over iedereen gaan en sommige waren erg grappig.
De dokter die me bezoekt
is knap en goed gebouwd
doordat ik hem zo vaak zie
ben ik verliefd op hem geraakt
Wie zou dat hebben kunnen zeggen
dat ik verliefd op hem zou raken
en niemand weet het.

Het penseel van Cruanyes
is een heel fijn kwastje
het laat zijn roze tinten
vloeien langs de bergen van Pani
Binendoeretta
langs de bergen van Pani
Binendoerie

De klaagvrouwen
Wanneer er iemand stierf, was het normaal dat de familie een tiental vrouwen huurde, die luid weeklagend en wanhopig schreeuwend achter de lijkbaar aan liepen. Een treurige en groteske gewoonte.

Es mal
'Es mal' waren de toevallen waaraan de vrouwen uit het dorp ten prooi vielen bij iemands dood. Ze wierpen zich dan hevig stuiptrekkend op de grond, en dat betekende dat ze 'es mal' hadden. Die vrouwen hebben altijd al bekend gestaan om hun hysterie. Kennelijk is dat, die hysterie, het enige waarop ze vooruitliepen op onze tijd waarin die ziekte zozeer in de mode is.

Ons huis in Cadaqués
Aan een strand een heel eind van het dorp, vlak aan het water, staat een wit huis. De ramen en het balkon zijn groen geverfd en in de eetkamer zijn de balken blauw als de zee. Op die plek heerst een grote rust. Tegen de avond, wanneer de hemel bleek en paarlemoerachtig wordt, wanneer het water kalm is en de eerste sterren beginnen te pinkelen, heerst er een diepe rust. Slechts het lied van een krekel en van enkele braamstruiken langs de stroom en het ritmische geklots van de riemen van een roeiboot verstoren de zoele sfeer van de lange zomerschemeringen.
Dat witte huis, op een afgelegen plek aan het water, is ons huis in Cadaqués.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten