zondag 15 mei 2022

Fred Batten • 14 mei 1940

• Schrijver Fred Batten (1910-1980), Den Haag, in gesprek met Menno ter Braak (die in de eerste regels verwijst naar de dood van de gevluchte kunsthandelaar Goudstikker in het zicht van de haven bij Dover). Uit het pas verschenen De meidagen van 1940, samengesteld uit fragmenten uit brieven en dagboeken, die samen een beeld geven van mei 1940. Samengesteld door Luuc Kooijmans.

Als hij vluchtte, nu het nog niet te laat was, naar Engeland, de veilige overkant van de zee? Een Scheveningse logger, bereid om de overtocht te wagen, kostte een hoge som en Ter Braak deelde mij grijnzend mee dat hij niet "in het goud stikte" en van elke vluchtpoging afgezien had. Maar als Engeland geen uitzicht bood, zouden zijn ouders, in de Achterhoek van ons eigen land, dan niet op hem wachten? In die vroege ochtend naar zijn huis lopend, langs al die woningen met hun frisgeharkte tuintjes, in die straten als van een dorpsbuurt met een enkele soldaat, het geweer onder de arm, mij slaapwandelend om het wachtwoord vragend, die pure lucht en het geluid van vogels in de bomen... Ter Braak deed mij open. Ik vertelde hem wat ik wist en dal ik de nederlaag van ons leger verwachtte. Ik vroeg hem dringend weg te gaan, de stad te verlaten. Uit de slaapkamer op de bovenverdieping vroeg zijn vrouw wat er aan de hand was en op Ter Braaks antwoord riep zij toch "niet naar al die lullificaties te luisteren". Een poging haar te overtuigen, weerde Ter Braak af: "lk geloof best wat je zegt. Laten we dit afspreken. Ik ga me kleden en zal proberen met mijn perskaart door die bewaking van de Houtrustbrug te komen en naar mijn broer aan het Staten-plein te gaan". Voor het huis, op straat, hoorde ik Ter Braak naast mij zeggen: "Het zal met Eddy nu ook wel afgelopen zijn", en alsof het een uitgemaakte zaak was: "Er is voor zoiets gelukkig nog cyaankali". Ik greep hem bij de arm en vroeg hem "geen gekke dingen" te doen. "Goed, als we er niet doorheen komen, lopen we bij jullie aan. Tot ziens!". Ik zag hem een korte tijd later met zijn vrouw op de fiets, een bundeltje achterop, voorbijkomen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten