maandag 2 mei 2022

Marie Bashkirtseff • 3 mei 1884

Marie Bashkirtseff (1858-1884) was een Oekraïense schilderes, die na haar dood — ze overleed aan tbc — vooral bekend is geworden door haar dagboek, dat als Waarom zou ik liegen in het Nederlands vertaald is (door Marianne Kaas).

Zaterdag 3 mei. – Emile Bastien-Lepage komt om half twaalf en ik ga naar beneden, hogelijk verbaasd!
Hij heeft een heleboel goed nieuws te melden. Ik heb werkelijk veel succes.
‘Niet afgemeten naar uzelf of naar uw collega’s van het atelier, maar bij iedereen. – Gisteren heb ik Ollendorff gesproken, die tegen me zei dat als het het werk van een Fransman was, de Staat het zou hebben aangekocht. “Ah, die man is heel goed, die meneer Bashkirtseff.” Toen heb ik hem verteld dat u een jong meisje bent, “en een mooi meisje”, heb ik erbij gezegd. Nee maar!!! Hij wist niet hoe hij het had. En iedereen die ik erover spreek, noemt het een groot succes.’
Ach, ik begin het een beetje te geloven. Uit vrees al te goedgelovig te zijn, sta ik mezelf toe zo af en toe wat voldoening te voelen, maar met hoeveel terughoudendheid, daarvan kunt u zich geen voorstelling maken.
Enfin, ik zal de laatste zijn die gelooft dat men in me gelooft. Maar naar het schijnt is het goed. 
‘Met recht een zeer groot artistiek succes,’ zegt Emile Bastien.
Zoals Jules Bastien in 1874 of ’75 dus? Ach Lieve Heer. Wel, ik loop nog niet over van vreugde, omdat ik er nauwelijks in kan geloven.
Ik zou moeten overlopen van vreugde. Emile Bastien, uitnemende vriend, vraagt of ik een schriftelijke toestemming wil tekenen voor Charles Baude, de graveur, een intieme vriend van zijn broer.
Deze Baude gaat mijn schilderij fotograferen en er een gravure van maken voor de Le Monde illustré; dat is leuk.
Hij heeft ook gezegd dat Friant (die veel talent heeft) verrukt is van mijn schilderij.
Mensen die ik niet ken spreken over me, houden zich met me bezig, beoordelen me. Wat een geluk! Ach, het is ongelooflijk, hoewel ik dit zo vurig heb gewenst en er zo lang op heb gewacht!
Ik heb er goed aan gedaan te hebben gewacht met het geven van toestemming voor het fotograferen. Eergisteren kreeg ik een brief waarin het me werd gevraagd, ik weet niet door wie. Ik heb liever dat Baude het doet, degene die door Bastien-Lepage Charlot wordt genoemd en aan wie hij brieven van acht kantjes schrijft.
Ik ga naar beneden naar mamma’s salon om de gelukwensen van al die idioten in ontvangst te nemen die menen dat ik schilder als een mondaine dame, bij wijze van tijdverdrijf, en van wie Alice en de andere onnozele meisjes dezelfde complimenten krijgen.
Zo!
Ik geloof dat Rosalie nog het meest meeleeft met mijn succes. Ze is dol van vreugde, praat vertederd tegen me op de wijze van een oude min en strooit links en rechts praatjes rond als een conciërge. Voor haar is er iets gebeurd, er heeft een evenement plaatsgevonden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten