vrijdag 6 maart 2020

Jaap Zijlstra • 7 maart 1999

Jaap Zijlstra (1933-2015) was predikant en dichter. In het tijdschrift Liter zijn fragmenten opgenomen uit zijn Schrijversdagboek.

[7-3]
Bij het wakker worden: dwars door het zingen van een lijster kraait een haan. Het eerste liedje van een lijster dit jaar. En het eerste kraaien van een haan sinds ik hier woon aan de Keizersgracht. Zo te horen komt het gekraai uit de tuin van het huis waarin zich tot voor kort het Meertens Instituut bevond. Daar werkte J.J. Voskuil en daar speelt zijn romancyclus Het bureau. Om kraken te voorkomen kraait er nu een haan.

[8-3]
Hans belt vandaag al voor de derde keer. Hij hoort stemmen die hem beangstigen en razend maken. Het zijn boze geesten, roept hij, het is duivelswerk! Na een kwartier praten is hij rustig en hoort de stemmen niet meer. Je belt tegenwoordig driemaal per dag, zeg ik, dat wordt mij teveel! Ja maar, werpt Hans tegen, u bent een dienaar van de Heer. Voor u slaan de boze geesten op de vlucht! Even later belt hij voor de vierde keer. Om z'n excuses aan te bieden. En om te bedanken. Hij klinkt blij en opgelucht.
Jaap de duivelbanner. Het werk in Amsterdam levert stof voor duizend verhalen. Mij is gevraagd het literaire CLK-actieboek te schrijven voor het jaar 2000, een novelle van zo'n tachtig bladzijden. Maar waarover, lieve help, waarover? In september 1999 moet het manuscript klaar zijn. Een zesmaands-kind. En toch voldragen. Ben ik al zwanger?

[9-3]
Ed de zwerver komt langs. Hij heeft altijd nieuwe verhalen en ideeën en vragen. Je krijgt nooit helemaal hoogte van hem. Maar goed ook. Een mens is gelaagd als een gedicht.

1 opmerking:

  1. Op p 141 in de dbnl lezen we de 5 zinnen intro twee keer. Maar dat terzijde.

    BeantwoordenVerwijderen