zaterdag 7 april 2018

Matthieu Galey -- 8 april 1979

Matthieu Galey (1934-1986) was een Franse schrijver. Zijn na zijn dood (hij overleed aan ALS) verschenen Dagboek 1953-1986 (vertaald door Joop van Helmond) wordt als een literair meesterwerk beschouwd.

8 april 1979
Jouhandeau op zijn sterfbed. Zo bleek als ik nog nooit een mens heb gezien. Eerder nog ivoorkleurig, als een crucifix, en zijn bleekheid wordt nog onderstreept door een soort beige boernoes die ze hem hebben aangetrokken. Hij is geheel ton-sur-ton met zijn gezicht omlijst door de capuchon van het gewaad. Ik moet denken aan de heilige Bruno van Zurbaran. Naast hem op zijn linkerschouder de foto van Elise* en die van zijn moeder, in kleine lijstjes, en een opgerold vel ruitjespapier met een lintje eromheen, beschreven in een kinderlijk handschrift. Marc? Mysterie.*
Aan zijn handen, die van marmer zijn geworden, lijkt de opaal van zijn ring ingelegd.
Sinds enkele dagen wilde hij niet meer eten. Zeer verzwakt. Toch is hij gisteravond tegen vijf uur naar beneden gegaan. Hij is niet meer boven gekomen. Ze hebben hem geïnstalleerd in dat grafkelderachtige cementen vertrek, kil en sinister, dat Elise heeft laten bouwen. Overal mensen, Jean Danet, jonge mensen die ik niet ken – onder wie een donker type dat zeer is aangedaan – de nicht, de kleine Marc die in andere sferen lijkt te vertoeven, onwaarschijnlijke personages, ongetwijfeld familie van Céline, die geloof ik een zuster had, en natuurlijk de dienstbode, de enige die huilt.


• Elise is de overleden vrouw van de homoseksuele Jouhandeau, waarmee hij jarenlang in onmin leefde. Marc is zijn kleinzoon – de zoon van zijn overleden adoptiedochter Céline.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten