• Ernst Heldring (1871-1954) was een Nederlandse reder, bankier en politicus. Zijn dagboeken zijn te lezen bij de dbnl.
Maandag, 6 Maart op Curaçao, dat voor mij bekende grond is, al is het 26 jaar geleden, dat ik er den voet zette. Weinig verandering valt er te constateren, hetzelfde zuivere aanzicht met zijn witte en geel gepleisterde huizen en roode daken, het speelgoedfort en de ietwat slaperige toestanden, waarvan de commissaris van politie, er als een Hollandsche veldwachter met lange sabel uitziende, de typeerende uiting is. [...]
9 Maart 1922.
Autorit om het Schottegat heen naar de Plantage St. Joris van Perret - mooi vee, oranjeboomen, nispero's en klappers - prachtig gezicht op de baai (Noordkust), vandaar naar Sta. Barbara, de fosfaatmijn van Godden (thans werkend met kapitaal van Hope & Co, waar ik de baai - Vuikbaai - bezichtigde (slechte haven), ontvangen door Mr. Veal. Ten slotte naar de Caracasbaai, waar het oude quarantaine station ligt. Ik herinnerde mij dat heerlijke punt van 30 jaar geleden.
Mijn indruk van het Hollandsche bestuur van Curaçao na 26 jaar interruptie is, dat het onbekwaam is. De stad heeft nog geen waterleiding en de sanitaire toestand is er slecht. De wegen zijn beter dan vroeger. Bebossching heet onmogelijk. Toch zag ik op Sta. Barbara prachtige mahoni-boomen staan. Het onderwijs is beter dan op het vasteland, maar veel geld is aan de Roomschen verkwanseld, die er geen groote verlichting brengen. Misschien ook beter. Gelukkig is de Curaçaosche neger een flink slag werker, flinker dan zijn stamgenoot elders. De stemming is er in de laatste jaren wegens hooge belastingen, waarvoor weinig baat verkregen wordt, meer anti-Hollandsch geworden. Het wordt te een of andere tijd Amerikaansch - het Schottegat een mooie natuurlijke haven zijnde en de ligging van Curaçao ten opzichte van Venezuela en Colombia strategisch uniek.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten