Zondag 20 april 1941
Vannacht hebben we hier op Hatch End een korte bomaanval gehad. Er was veel
gerucht van Duitsche vliegtuigen, nogal laag en zwaar afweergeschut, vermoedelijk
bestemd voor Londen, en op weg daarheen. Ik was juist in bed, toen 't lawaai veel
erger werd. Plotseling 't bekende, maar in een heelen tijd niet gehoorde geratel als
van een snel uit de lucht naderende sneltrein en toen met een geweldig-krakende slag
de ontploffing; onmiddellijk gevolgd door nog een. Ik kleedde mij zoo goed en zoo
kwaad als 't ging in t' donker aan - de electrische geleiding had 't dadelijk begeven -
en ging op straat kijken. Meteen barstten weer twee zware bommen en even later
nog twee iets verder. Ik schatte de twee eerste op zoowat een halve kilometer afstand,
maar later bleek, dat 't wat verder weg was, maar dat het heel zware waren. Ik hoor
dat er hier in de buurt vannacht ruim 160 brandbommen zijn neergekomen, die gauw
gebluscht waren. Heel wat menschen in onze buurt brachten den nacht in hun
schuilkelders in de tuin door, m.i. vrij nutteloos. Londen heeft het weer vrij erg gehad,
maar niet zooals Woensdag.
George Henry Charles Hart (1893-1943) was een hoge bestuursambtenaar. Tijdens het eerste oorlogsjaar hield hij een dagboek bij.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten