zondag 18 april 2021

Adèle Schopenhauer • 17 april 1838


• Uit een brief die filosoof Arthur Schopenhauer (1788-1860) ontving van zijn zuster Adèle, na het overlijden van hun moeder, de schrijfster Johanna Schopenhauer (1766-1838). Schopenhauer kon niet goed opschieten met zijn moeder.
Uit: De wereld deugt niet (vertaling Tinke Davids).

Jena, 17 april 1838
Lieve Arthur, moeder is vanavond om elf uur heel zacht ontslapen! Het gebeurde plotseling — ik was in Weimar en werd gehaald, kwam twee uur te laat! Ze had nog geheel gekleed thee gedronken, is pas om half negen naar bed gegaan — toen kreeg ze het benauwd, ze haalde één keer diep adem, maar heel zacht, en is met gesloten ogen zonder enige pijn gestorven.
Ik weet dat ze uitstekend verzorgd werd — maar ik zal nooit vergeten en nooit geheel verwerken dat men mij te laat heeft gehaald. Vaarwel, ik kan echt niet meer schrijven.
Adèle

Acht dagen geleden was ze genezen van een aanval, nu zou er een longembolie bij zijn gekomen!— Ik ben twee uur te laat gekomen —


Arthur antwoordde met een 'vriendelijke, milde brief, aldus Adèle aan haar broer op 23 april 1838; in diezelfde brief: 'Laat ook moeder rusten, wat ze ons beiden heeft aangedaan, moet worden vergeten.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten