• Rutka Laskier (1929-1943) was een Pools meisje dat in een Duits concentratiekamp om het leven kwam. Ze hield in de laatste maanden van haar leven een dagboek bij. Het is in het Nederlands vertaald door Karol Lesman.
Er is iets in mij gebroken. Als ik langs een Duitser loop, trekt alles in mij samen, ik weet niet of dat van de angst komt of van de haat, ik zou ze willen martelen, vrouwen en kinderen met hun salonhondjes die ze tegen ons opzetten. Net zo lang slaan en hard wurgen, steeds harder ... Als dan de dag aanbreekt, waarover Nica zei ... dat is wat dat betreft, en nu het andere. Ik denk dat ik langzaamaan vrouw begin te worden, dat wil zeggen toen ik vanmorgen in bad lag en het water op mijn lichaam spetterde, verlangde ik ernaar dat iemands handen mij streelden... Ik weet niet wat het is, ik heb nog nooit zo iets gevoeld... Ik heb Micka vandaag gezien, ik weet niet waarmee die ‘obscure’ amants haar zo bezighouden, dat ze niet boos op hen wil worden, ze zijn zo verblind door haar en denken dat iedere jongen ‘smoor’ op haar moeten worden, natuurlijk pest ze Janek daarmee, maar Janek moet niets van haar hebben (ik snap niet waarom). Het schijnt dat Janek mij wel graag mag, terwijl ik warm noch koud van hem word.
[...]
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten