• Jules Renard (1864-1910) was een Franse schrijver. Dagboeknotities 1887-1910. Vertaald door Frans de Haan en Marianne Kaas.
1 maart 1905
Begrafenis van Schwob. Waarom schrijven letterkundigen, tijdens hun leven, niet de redevoeringen die zij na hun dood willen horen? Dat zou hun, voor hun dood, vijf minuten van hun leven kosten.
[…] Men laat Schwob in een voorlopige grafkelder zakken. Hij zakt, hij zakt tot in de andere wereld.
’Ga een eindje met me mee: dat zou ik erg prettig vinden, maar alstublieft, blijf niet blootshoofds staan als u bang bent kou te vatten. Als het mooi weer is, neem dan geen paraplu mee. Kransen? Nou ja, vooruit, als er een lauwerkrans bij is.
En zet vooral niet van die droevige gezichten waardoor u zo lelijk wordt! Ga toch niet op mij lijken!
En verder, zeg niet dat ik uitsluitend goede eigenschappen had! U weet best, beter dan ik, dat dat niet zo is. Zeg vooral niet dat ik een goed karakter had. Een goed karakter hebben is geen deugd: het is de eeuwige ondeugd, en u weet heel goed wat een hekel ik eraan had lastig te worden gevallen. Laten enkelen van u, als u komt, onder de indruk zijn. Laten de anderen glimlachen en geestig zijn!’
En waarom wordt er niet geapplaudisseerd voor een lijkrede ? Het zou de overledene niet hinderen, hij hoort niets, en het zou aardig zijn voor de spreker die niet weet wat hij met zijn velletjes tekst moet beginnen als zijn buurman hem zijn hoed teruggeeft.
• De dagboeken van de Franse schrijver Jules Renard (1864-1910) zijn vanwege de hoeveelheid ‘faits divers’ en anekdotes wel eens omschreven als ‘de documentatie’ bij À la recherche du temps perdue van Marcel Proust. De genoemde Schwob is de schrijver Marcel Schwob.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten