dinsdag 12 november 2019

Rutger Kopland • 13 november 1996

Rutger Kopland (1934-2012) was een Nederlandse dichter en hoogleraar. In 1996 gaf hij na zijn emeritaat colleges over poëzie in enige Oost-Europese landen. Hij hield over die periode een dagboek bij dat is gepubliceerd als Jonge sla in het Oosten. Het onderstaande fragment beschrijft de tweede dag in het Poolse Wroclaw.

13 november 1996
We zitten in het Ossolineum, één van de grootste bibliotheken van het land. Alweer zo'n prachtig oud gebouw, stenen trappen, krakende houten vloeren, een dromerige tuin in het midden. We bezien eeuwenoude handschriften, de eerste gedrukte Poolse boeken. Het is indrukwekkend om die dingen daar gewoon te zien liggen, die bundeltjes papier. Zo is het begonnen, schrijven, dit waren de eerste zichtbare tekenen van wat zich eeuwen en eeuwen alleen binnen in hoofden heeft afgespeeld. Ik vraag wat de eerste geschreven Poolse tekst is. Bij ons is dat het bekende: hebban olla vogala nestas bigunnan, hinase hic ha enda tuh, neergekrabbeld misschien door een elfde-eeuwse verliefde monnik die zijn pen zat te proberen. In Polen is de eerste tekst: Ik zal me wel met de molenstenen bemoeien, ga jij maar rusten. Een liefdevolle dertiende-eeuwse molenaar lijkt hier aan het woord.

Om elf uur geef ik college. Er staat een grote bak met prachtige kroppen sla op de lessenaar [vanwege Koplands gedicht 'Jonge sla', dat de Poolse studenten moeten vertalen]. Ze zien er zeer Nederlands uit. Het is aardig om te bedenken dat een Pool zal vinden dat ze er zeer Pools uitzien. Die kroppen sla hoeven niet vertaald te worden, die zijn al vertaald. Poolse hersenen maken er onmiddellijk Poolse sla van. Maar wat er in die hersenen verder met mijn geschreven sla gebeurt, daar ben ik wel benieuwd naar, met welke gedachten en gevoelens dat woord sla verbindingen aangaat, vooral de geheime, verbodene, ontroerende. Dat is binnen je eigen cultuur al zo moeilijk. Daar kom ik bij deze bijeenkomst ook helemaal niet achter. Er zijn zo'n zestig studenten en dat is niet zo geschikt om discussies over vertalingen aan te gaan. Dat is jammer, want veel studenten hebben hard aan vertalingen gewerkt. Maar een zekere vertrouwelijkheid is wel nodig voor het tonen van je particuliere produkten. Ik besluit dan ook maar gedichten voor te lezen. Er zijn vertalingen voorhanden, die met een overheadprojector worden vertoond. Ik zal de gedichten hier niet reproduceren, ze zijn in de goede boekhandel te verkrijgen. Tenslotte zijn enkele studenten na zeer, zeer, zeer veel aarzeling bereid ook voor de klas te gaan staan en de vertalingen die zij gemaakt hebben voor te lezen. Alsof je je voor de groep geestelijk moet uitkleden. Zo is dat met vertalingen van poëzie ook eigenlijk wel een beetje. Maar gelukkig, ze doen het. Er wordt flink gelachen en gebloosd, maar het loopt schadevrij af.

[...]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten