dinsdag 23 juli 2019

Jan Bouwer • 24 juli 1944

• De Nederlandse journalist Jan Bouwer zat tijdens de bezetting door de Japanners ondergedoken in Bandoeng. Zijn dagboek uit die tijd is gepubliceerd onder de titel Het vermoorde land.

Maandag, 24 juli [1944]
Het Japanse kabinet van gen. Tojo is afgetreden. Saipan was de steen, waarover het struikelde. De kabinets-crisis is een week geheim gehouden. Vrijdag j.l. werd al een nieuw kabinet gevormd onder gen. Kuniaki Koiso, gouverneur-generaal van het bezette Korea. De portefeuilles van oorlog en marine zijn in handen van maarschalk Hajimo Sugiyama en adm. Mitsumasa Yomi, een oude rot in de Japanse agressie-politiek. De reden die voor het aftreden van het Tojo-kabinet wordt aangevoerd is intensivering van de oorlogsvoering door opneming van sterkere persoonlijkheden in de regering. Ik zou de nieuwe regering liever een 'puinhopen-kabinet' willen noemen. Koiso's voornaamste taak zal het wel worden de ruïnes, die Tojo achterliet, zo goed mogelijk op te ruimen. Het is zeker geen vredes-kabinet, zoals wens-dromers denken. Soekarno stuurde al een telegram aan Koiso om hem de steun van het Indonesische volk toe te zeggen. Opvallend is de zinsnede in de regeringsverklaring, waarin Koiso zegt dat het nieuwe kabinet 'zal streven naar vriendschappelijke betrekkingen met de Sovjet-Unie'.
Er is meer goed nieuws: Amerikaanse troepen zijn op Guam geland.
De hele dag hebben wij moeten vlaggen, omdat 'Zijne Majesteit' de nieuwe Japanse resident van de Preanger zijn funktie aanvaardde. Door een sterke wind heeft onze vlag halfstok gehangen tot een passerende politie-agent ons kwam waarschuwen het euvel te herstellen of anders te worden gearresteerd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten