• Anaïs Nin (1903-1977) was een Franse schrijfster, die vooral bekend is vanwege haar dagboeken. Vertaling: Margaretha Ferguson. Het fragment gaat over haar eerste indruk van haar psychiater Otto Rank, met wie ze later een verhouding zou krijgen.
14 januari 1934
Ik voel me nu in staat een boek met schetsen te schrijven met alleen de menselijke essentie, die altijd vervluchtigt, met het materiaal dat niet in romans komt, met datgene wat de vrouw in mij ziet en bemint, niet waar de artiest mee moet worstelen. Een schetsboek zonder verplichting of continuïteit.
Ik zal [hier] nooit iets schrijven wat in 'Alraune', 'The Doublé' of de roman gesitueerd kan worden.
In geen ander boek dat ik nu schrijf kan ik het portret van dr. [Otto] Rank kwijt -en dit portret spookt door mijn hoofd, brengt me in de war terwijl ik aan de roman werk. Dit portret moet geschreven worden.
Portret van dr. Rank: Indruk van zijn scherpzinnigheid, alertheid, nieuwsgierigheid, zijn onvoorbereidheid. Het tegenovergestelde van de mechanische, automatische, kant-en-klare formulering. Een gevoel dat hij gaat scheppen, dat hij meteen voorbij de details kijkt, niet door middel ervan voortgaat. Het gevoel dat hij de verschillen en niet de overeenkomsten van mensen in aanmerking neemt; en dit heeft hij ook letterlijk zo gezegd. Indruk van duidelijk mentaal avontuur met hem. De gloed die hij eraan geeft, alsof hij net als ik de grote opwinding voelt die ontstaat bij mentale avonturen, expedities en schermutselingen. Hij geniet ervan. Deze intense mentale activiteit en het daarvan genieten nam mijn allesoverheersende fixatie met verdriet weg, die verschrikkelijke en neurotische knoop die je verstandelijke vermogens tot een vicieuze cirkel bindt.
Ik voelde meteen lucht, ruimte, beweging, energie, vreugde, vreugde over het ontdekken, het waarnemen, het inzien, de vreugde over de enorme ruimte van zijn geest. De elegante behendigheid en gebundelde kracht. De snelle kleurwisse-lingen van zijn stemmingen. Het snelle ritme van zijn gedachtengang, omdat die intuïtief en subtiel is.
Ik vertrouw hem.
Ik vertrouw hem de waarheid toe, die ik zo zelden prijsgeef. Aan hem wil ik
die werkelijk prijsgeven.
Ik registreer een intelligentie die door gevoel helderziend is geworden. Ik registreer een kunstenaar.
Ik vertel hem alles. Hij scheidt mij niet van mijn werk. Integendeel. Hij krijgt vat op mij via mijn werk.
Hij kent het conflict al waar ik mee worstel. Hij weet dat ik met Vader en met Hugh wilde breken, om moedig bij Henry te gaan wonen. Hij weet dat ik bang ben dat ik gek word. Hij weet alles over het dagboek.
Als ik bij hem wegga ben ik verdoofd door de gewaagde zet, die zo raak was aangekomen. In één klap. Ik loop beroofd van het dagboek, dat ik zelf ben. Hij zegt dat ik hem deze eigen ik gegeven heb om te bewaren, te herstellen en heel aan me terug te geven.
Ik ben zo volledig aan hem overgeleverd. Het is ongelooflijk. Hij heeft me gevraagd niet over de analyse te schrijven omdat ik dan als het ware op een vluchtheuvel zou staan. Hij heeft zo snel de rol van toevlucht die het dagboek speelt begrepen, de rol van een personage dat door met mij in dialoog te zijn me zou kunnen helpen de invasie van de eigen ik te weerstaan. Hij heeft begrepen wat een schild het dagboek om mij heen is, wat een wapen van verdediging. Maar hij heeft ook begrepen dat het de waarheid bevat, en dat ik deze waarheid, waarvan ik voel dat die ergens verteld moet worden, hem kan vertellen, aangezien ik het in het dagboek heb geschreven dat hij gehouden heeft. Ik sprak tegen Rank zoals ik tegen mijn dagboek spreek.
Hij heeft zo'n blijde glimlach als hij een ontdekking doet. Ik wil dat hij triomfeert. Ik voel zijn sympathie, die ver reikt. Ik kan hem alles vertellen.
Volgens mij stuitte hij meteen op de essentiële punten. Het dagboek en mijn Vader - hun verband. Hij begon heel subtiel een gesprek over het thema van de Dubbelganger, waarin hij meer zei dan in zijn boek, Don Juan: Une étude sur le doublé, waarin hij uitweidde, uitbreidde, het onderwerp vanuit een groot aantal verschillende aspecten aanroerde. Zei als eerste dat ik het dagboek had geschreven om mijn Vader te vervangen, waarbij ik mijn Vader ook onbewust imiteerde en mij met hem identificeerde. Zei dat mijn lesbische neigingen waarschijnlijk meer van geestelijke dan lichamelijke aard waren, veroorzaakt door identificatie met Vader. Dagboek komt dus voort uit de behoefte een verlies goed te maken, een leegte te vullen. Ik noem het dagboek, langzaam maar zeker, een personage; dan verwar ik het met de schaduw, mon ombre (mijn Dubbelganger!) met wie ik ga trouwen...
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten