We begonnen om drie uur 's middags aan onze 80 kilometer lange rit naar Stalingrad. Onze militaire chauffeur zei dat we er in vier of vijf uur zouden zijn, het werden er bijna dertien. We zaten met z'n zessen in een gammele bestelwagen zonder stoelen of banken. Met het uur werd het kouder. Er zat geen glas in de achterdeur, zodat het leek alsof we in een open wagen reden.
's Ochtends was het min 20 graden Celsius, daarna werd het min 30, vervolgens min 40 en uiteindelijk min 44. Je moet het meegemaakt hebben om te weten wat 44 graden vorst betekent. De adem stokt in je keel. Als je op je handschoen ademt, verschijnt er meteen een dun laagje ijs op. We konden niets eten, want alles - brood, worst, eieren - was veranderd in steen. Zelfs met twee paar sokken en valenki (gevoerde laarzen, red.) aan, moest je voortdurend je tenen bewegen om de bloedsomloop aan de gang te houden. Zonder valenki zouden je voeten zeker bevriezen. De Duitsers hadden geen valenki.
Terwijl we dicht op elkaar in de bestelwagen zaten voelden we ons tamelijk goed, maar we waren nauwelijks in staat ons te bewegen. Alleen onze tenen en vingers, en af en toe een haal onder je neus. Je wordt overvallen door een lichamelijke en geestelijke inertie, alsof je verdoofd bent. Toch moet je de hele tijd op je qui-vive blijven. Ik voelde opeens hoe de vorst aan mijn knieën begon te knabbelen. Hij was zo slim geweest het minieme stukje tussen mijn dubbele ondergoed en de valenki aan te vallen. Je enige bondgenoot onder dergelijke omstandigheden, afgezien van je kleding, is de wodkafles. En god zij geprezen, die bevroor niet Zelfs als je op gezette tijden maar een klein slokje nam, voelde je het verschil.
Je kreeg wel een voorstelling van wat het betekent onder dergelijke omstandigheden te moeten vechten. In de laatste fase van de Slag om Stalingrad vroor het nauwelijks minder streng dan in deze februarinacht.
Hoe meer we Stalingrad naderden, hoe vreemder het verkeer op de besneeuwde route werd. Nog maar kort geleden was hier zwaar gevochten, maar het hele gebied lag nu op honderden kilometers van het front, en alle manschappen in Stalingrad werden verplaatst, naar Rostov en de Donets. Omstreeks middernacht zaten we vast in een file.
Alexander Werth (1901-1969) was een Britse schrijver, journalist en oorlogscorrespondent, bezocht Stalingrad, waar
de Duitsers op 2 februari na een zes maanden lange strijd hadden gecapituleerd.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten