Paardevlees is het vlees van kwade dromen en nachtmerries. Sinds ik het eet, is het de ene slapeloze nacht na de andere.
In de straten van Parijs komt de dood de dood tegen, de vrachtwagen van de begrafenisondernemer kruist er de lijkkoets. Bij het hek van de Madeleine zag ik drie doodskisten, waar lange jassen van de mobiele garde overheen lagen met een krans van strobloemen erop.
Uit nieuwsgierigheid ging ik bij Roos binnen, de Engelse slager van de boulevard Haussmann. Ik zag er allerlei soorten eigenaardigde resten. Aan de muur hing op een ereplaats de gevilde slurf van de jonge Pollux, de olifant uit de dierentuin; en tussen allerlei onbekend vlees en zonderlinge horens, werden er door een jongen kameelnieren aangeboden.
De baas van de slagerij staat te midden van wat vrouwen zijn praatjes te houden: 'Filet en de slurf kosten veertig francs per pond... Ja, veertig francs... Vindt u dat veel? Maar u moet zich wel realiseren dat ik niet weet hoe ik het allemaal moet redden. Ik rekende op 3.000 pond en hij heeft maar 2.300 pond opgeleverd... Poot, u wilt de prijs van poot weten? Twintig francs... De rest, dat varieert van acht tot veertig francs... En ik beveel u in het bijzonder de bloedworst aan. Olifantenbloed, dat weet u toch wel, is het beste bloed dat er is. Zijn hart, wist u dat, woog vijfentwintig pond... En dames, er zit ui in mijn bloedworst.'
Ik stel me tevreden met twee leeuweriken, die ik meeneem voor mijn ochtendmaal van morgen.
Nieuwjaar in Parijs is dit jaar te vinden in een dozijn armoedige kraampjes hier en daar aan de boulevard, waar bibberende kooplui de verkleumde voorbijgangers een Bismarck aanbieden in de vorm van een karikaturale trekpop.
's Avonds kom ik bij Voisin de beroemde olifantenbloedworst weer tegen en ik bestel hem voor mijn diner.
Edmond de Goncourt (1822-1896), Franse schrijver, hield samen met zijn broer Jules (1830-1870) een beroemd geworden dagboek bij. Bovenstaand fragment gaat over de honger in Parijs, dat in 1870 door Pruisische troepen werd belegerd.
dinsdag 31 december 2013
zondag 29 december 2013
Otto Folberth -- 30 december 1919
30. Dezember 1919
Fahrt von Dresden nach Leipzig. In der Eisenbahn mir gegenüber ein sozialistisch-künstlerisch angehauchter junger Mann. Die Bilder neben der Strecke lehren mich, daß ich in ein modernes Industrieland fahre. Dann Ankunft am großen, größten Bahnhof der Welt. In der Universität erfahre ich sofort die Adressen einiger Landsleute und kann sie wenige Stunen später auf einer Bude beisammen haben. Ich entledige mich meines politischen Auftrages, die ganze Blase hat nicht den Mut, vielleicht auch nicht die Einsicht zu unterzeichnen, außer einem einzigen. Wir debattieren lange und heftig. Schon bin ich aber im „Museum der bildenden Künste” vor Max Klinger’s farbig-marmornem Beethoven gestanden und vor der „blauen Stunde” und das alte Rathaus und andere prächtige Städtebilder söhnen mich bald mit Leipzig aus und die Oper „Bohème”, die ich vom dritten Rang aus, neben einer Professorsfrau sitzend, anhöre, läßt mich alles vergessen.
Otto Folberth (1896-1991) was een Duitse pedagoog, geschiedkundige en publicist. Zijn dagboeken 1911-1990 zijn online te lezen.
Fahrt von Dresden nach Leipzig. In der Eisenbahn mir gegenüber ein sozialistisch-künstlerisch angehauchter junger Mann. Die Bilder neben der Strecke lehren mich, daß ich in ein modernes Industrieland fahre. Dann Ankunft am großen, größten Bahnhof der Welt. In der Universität erfahre ich sofort die Adressen einiger Landsleute und kann sie wenige Stunen später auf einer Bude beisammen haben. Ich entledige mich meines politischen Auftrages, die ganze Blase hat nicht den Mut, vielleicht auch nicht die Einsicht zu unterzeichnen, außer einem einzigen. Wir debattieren lange und heftig. Schon bin ich aber im „Museum der bildenden Künste” vor Max Klinger’s farbig-marmornem Beethoven gestanden und vor der „blauen Stunde” und das alte Rathaus und andere prächtige Städtebilder söhnen mich bald mit Leipzig aus und die Oper „Bohème”, die ich vom dritten Rang aus, neben einer Professorsfrau sitzend, anhöre, läßt mich alles vergessen.
Otto Folberth (1896-1991) was een Duitse pedagoog, geschiedkundige en publicist. Zijn dagboeken 1911-1990 zijn online te lezen.
Boudewijn Büch -- 28 december 1998
Amsterdam, 28 december
De kerstdagen waren uiteraard vreselijk. Vlak voor de kerst kwam Panda met een soort boompje. Ik heb gezegd dat ik geen kerstrommel wil. Ze zei nog: 'Maar er zitten allemaal chocolaatjes in het boompje. Ik heb het zelf gemaakt.' Ze nam het toch maar weer mee terug naar huis. Ik heb mij de drie kerstdagen ('derde' kerstdag was een zondag) daar hondsberoerd door gevoeld. Waarom ben ik nou zo'n lul die zoiets weigert en die schat van een Panda wegstuur met haar spulletje? Had ik nou niet gewoon kunnen zeggen: 'Leuk, mooi, ik ben er erg blij mee .. .' Ik kan dat niet en daarna ben ik een bruut. Tweede kerstdag kwam Panda eten. Erg cosy, 's nachts Elvis-films en -muziek gedraaid.
Vandaag een paar bijzondere Lincoln-boeken gekocht.
Ook nog een eerste druk van Goethe besteld; die komt begin januari. Voel mij verder erg zwak. Weet ongeveer waaraan ik lijd. Ik word steeds banger voor de dood en de ouderdom. Ik denk er nu al honderd keer per dag aan. Zou nú in Weimar willen zijn.
Boudewijn Büch (1948-2002) was een Nederlandse schrijver en programmamaker. In 1998 hield hij een dagboek bij dat is verschenen als Een boekenkast op reis. Persoonlijke kroniek 1998
De kerstdagen waren uiteraard vreselijk. Vlak voor de kerst kwam Panda met een soort boompje. Ik heb gezegd dat ik geen kerstrommel wil. Ze zei nog: 'Maar er zitten allemaal chocolaatjes in het boompje. Ik heb het zelf gemaakt.' Ze nam het toch maar weer mee terug naar huis. Ik heb mij de drie kerstdagen ('derde' kerstdag was een zondag) daar hondsberoerd door gevoeld. Waarom ben ik nou zo'n lul die zoiets weigert en die schat van een Panda wegstuur met haar spulletje? Had ik nou niet gewoon kunnen zeggen: 'Leuk, mooi, ik ben er erg blij mee .. .' Ik kan dat niet en daarna ben ik een bruut. Tweede kerstdag kwam Panda eten. Erg cosy, 's nachts Elvis-films en -muziek gedraaid.
Vandaag een paar bijzondere Lincoln-boeken gekocht.
Ook nog een eerste druk van Goethe besteld; die komt begin januari. Voel mij verder erg zwak. Weet ongeveer waaraan ik lijd. Ik word steeds banger voor de dood en de ouderdom. Ik denk er nu al honderd keer per dag aan. Zou nú in Weimar willen zijn.
Boudewijn Büch (1948-2002) was een Nederlandse schrijver en programmamaker. In 1998 hield hij een dagboek bij dat is verschenen als Een boekenkast op reis. Persoonlijke kroniek 1998
vrijdag 27 december 2013
André van Leusden -- 27 december 1949
Dinsdag 27 december 1949. het was een rustige dag, we zouden kleding en wapen inspectie krijgen, maar de vaandrig kwam niet opdagen en ging het niet door, maar ’s middags in de regen was het anders, want om 12 uur wilde korp Janssen en Herkes naar de overkant van de baai en toen werden ze tegengehouden de AP politie en dat lieten we er niet bij zitten, en we rukten met 6 man er op uit, ik met de bren, om even aan de overkant te komen hebben we de hulp van Mr Penn ingeroepen die had een motor bootje, en daarmee zijn we naar het midden van de kampong gevaren, dus stonden we er ineens midden in, dit is de dag van de Soevereiniteit overdracht, en was het vermoede dat daar de rood witte vlag zou worden gehesen, en dat mag niet op Nw-Guinea dat is nog steeds Nederland gebied, er vluchten nog wel enkele de rimboe in maar er was niets te vinden, maar het zat niet helemaal goed, geen goed teken.
André van Leusden was in 1949 soldaat in Nieuw Guinea.
André van Leusden was in 1949 soldaat in Nieuw Guinea.
Hariot Lady Dufferin -- 25 december 1880
Op berenjacht! Om zes uur opgestaan en om zeven uur vertrokken, in een trojka. Een donkere ochtend, maar gelukkig slechts vier graden vorst. D. en ik zaten samen in een slee, terwijl onze gastheer graaf Schouvaloff, de heer Nigra en generaal Werder ons volgden in een groot gesloten rijtuig.
We hebben eenmaal de paarden ververst, en om half tien bereikten we graaf Schouvaloffs buitenhuis. We ontbeten in een kamer die volstond met alle vogels en andere dieren die je hier in de omgeving kunt vinden, allemaal opgezet. Om tien uur vertrokken we weer, we reden nog 24 werst verder. Op ongeveer vijf werst van onze bestemming klom ieder van ons in een klein sleetje en volgde een hoogst vermakelijke rit. De stoere Finse pony's lopen reuze hard en aangezien de sporen door de sneeuw heel diep zijn, loop je voortdurend gevaar om te slaan, en nu eens steekt de koetsier een been uit en dan weer leunt hij opzij om een ramp te voorkomen.
Toen we aankwamen bij de drijvers werd iedereen stil en daarna trokken we het bos in. Het was reuze vermoeiend voor me, met m'n grote viltlaarzen en m'n lange zware overjas; maar toch kwam ik flink vooruit en D. en ik kregen de tweede plaats toegewezen, met een jager met een reusachtige speer, voor het geval de beer ons zou aanvallen.
We hadden een minuut of tien opgewonden naar de kreten van de drijvers geluisterd, toen we schoten hoorden, en een schreeuw waaruit we opmaakten dat de beer was geraakt - zonder dat we ook maar iets te zien hadden gekregen. We renden ernaar toe, en graaf Schouvaloff stond erop dat ik op het arme dier zou schieten, 'om hem af te maken' (hij was al morsdood), wat ik natuurlijk weigerde. Toen hebben we met z'n allen onze trofee bewonderd, een pracht van een beer, die ze me nadien cadeau hebben gedaan.
Toen we het bos weer moeizaam achter ons hadden gelaten, troffen we onze lunch aan die was klaargezet in de sneeuw, en wat denk je wat we te eten kregen? Eerst een Russisch vispasteitje, en daarna plumpudding en gevulde pasteitjes! Dit was ons Kerstfeest.
Hariot Lady Dufferin (1844-1936), woonde in 1880 in St. Petersburg als vrouw van de Britse ambassadeur.
We hebben eenmaal de paarden ververst, en om half tien bereikten we graaf Schouvaloffs buitenhuis. We ontbeten in een kamer die volstond met alle vogels en andere dieren die je hier in de omgeving kunt vinden, allemaal opgezet. Om tien uur vertrokken we weer, we reden nog 24 werst verder. Op ongeveer vijf werst van onze bestemming klom ieder van ons in een klein sleetje en volgde een hoogst vermakelijke rit. De stoere Finse pony's lopen reuze hard en aangezien de sporen door de sneeuw heel diep zijn, loop je voortdurend gevaar om te slaan, en nu eens steekt de koetsier een been uit en dan weer leunt hij opzij om een ramp te voorkomen.
Toen we aankwamen bij de drijvers werd iedereen stil en daarna trokken we het bos in. Het was reuze vermoeiend voor me, met m'n grote viltlaarzen en m'n lange zware overjas; maar toch kwam ik flink vooruit en D. en ik kregen de tweede plaats toegewezen, met een jager met een reusachtige speer, voor het geval de beer ons zou aanvallen.
We hadden een minuut of tien opgewonden naar de kreten van de drijvers geluisterd, toen we schoten hoorden, en een schreeuw waaruit we opmaakten dat de beer was geraakt - zonder dat we ook maar iets te zien hadden gekregen. We renden ernaar toe, en graaf Schouvaloff stond erop dat ik op het arme dier zou schieten, 'om hem af te maken' (hij was al morsdood), wat ik natuurlijk weigerde. Toen hebben we met z'n allen onze trofee bewonderd, een pracht van een beer, die ze me nadien cadeau hebben gedaan.
Toen we het bos weer moeizaam achter ons hadden gelaten, troffen we onze lunch aan die was klaargezet in de sneeuw, en wat denk je wat we te eten kregen? Eerst een Russisch vispasteitje, en daarna plumpudding en gevulde pasteitjes! Dit was ons Kerstfeest.
Hariot Lady Dufferin (1844-1936), woonde in 1880 in St. Petersburg als vrouw van de Britse ambassadeur.
maandag 23 december 2013
Søren Kierkegaard -- 24 december 1836
24 december
Het vierkant is de parodie van de cirkel, alle leven, alle denken enzovoort is een cirkel, maar de verstening van het leven mondt uit in kristallisatievormen die nooit cirkels worden. Daarom is het zo kenmerkend dat de Chinezen, bij wie alles verstening is, aannemen dat de aarde vierkant is en dat hun rijk het binnenste vierkant vormt — wat iets is voor vierkante koppen. -
Søren Kierkegaard (1813-1855) was een Deense filosoof. Dagboeken.
Het vierkant is de parodie van de cirkel, alle leven, alle denken enzovoort is een cirkel, maar de verstening van het leven mondt uit in kristallisatievormen die nooit cirkels worden. Daarom is het zo kenmerkend dat de Chinezen, bij wie alles verstening is, aannemen dat de aarde vierkant is en dat hun rijk het binnenste vierkant vormt — wat iets is voor vierkante koppen. -
Søren Kierkegaard (1813-1855) was een Deense filosoof. Dagboeken.
zondag 22 december 2013
Maria Callcott -- 23 december 1822
23d. — A few very slight shocks, felt as perceptibly on board as on
shore. I went down to Quintero with my goods in the Lautaro's
launch ; we were four hours and a half on the voyage. My arrival
was a matter of some importance at Quintero. I had laughingly told
my friends there, that 1 was determined we should have a plum-
pudding on Christmas-day, and that I would return with sufficient
materials, and in good time to make it. Accordingly, the first things
thought of were raisins and sugar, spices and sweetmeats ; and I
found that I had not been singular in remembering the promise,
for I was greeted on my return with a gay little poem, by Mr. Jackson, on the subject; and to us, who never see a new book, or only
by chance, when an American trader brings out the Philadelphia
reprint of a new London or Edinburgh novel (the Pirate is the
last we have seen), a new poem, even of a hundred or half a hundred lines, on any subject, is a literary treat, and is valued accordingly. At any rate, I am sure no birth-day ode, saving, perhaps, the
celebrated probationary odes, ever gave the readers more pleasure
than our pudding rhapsody ; and as the walls of Thebes arose to the
sounds of Amphion's lyre, so my plums were picked and my pudding compounded to the rhymes of Mr. Jackson's verse. I can be
delighted with every thing, now I am relieved from my anxiety and I
have a prospect of seeing home once more.
Lady Maria Callcott (1785-1842) was een Engelse kinder en reisboekenschrijfster. Het bovenstaande fragment komt uit Journal of a residence in Chile, during the year 1822 : and a voyage from Chile to Brazil in 1823
Lady Maria Callcott (1785-1842) was een Engelse kinder en reisboekenschrijfster. Het bovenstaande fragment komt uit Journal of a residence in Chile, during the year 1822 : and a voyage from Chile to Brazil in 1823
Abonneren op:
Posts (Atom)