maandag 17 juni 2019

Stendhal • 18 juni 1835

• Ondanks dat Italië en met name de kunst en cultuur van Florence hem in eerste instantie zodanig overweldigden dat hij er fysiek onwel van werd – het zogenoemde stendhalsyndroom – was de Franse schrijver Stendhal (Marie-Henri Beyle, 1783-1842) minder over Italië te spreken toen hij zijn vriend Domenico Fiore onderstaande brief schreef. De opera waar hij het over heeft is La muette de Portici van Daniel Auber, dezelfde opera die in 1830 de opstand van de Belgen tegen de Nederlanders had ingeleid.
Uit: Brieven. Een keuze uit de correspondance (vertaald door Joyce & Co).

Rome, 18 juni 1835, Corpus Domini
Ik heb al zesentwintig dagen niet meer gedineerd, mijn waarde vriend, en de diners die ik normaliter gebruik verdienen die mooie naam al nauwelijks. Het ontbreekt me aan eetlust. Mijn hoofd is zwak, ik lees romans en ik denk vaak aan onze vrienden: tekenen van zwakheid. Ik heb me naar de Muta di Portici [een opera] gesleept, die enorm veel succes heeft, ondanks twee kleine bezwaren: er komt geen zangeres in voor, en die Masaniello heeft hoegenaamd geen stem. Alles gebeurt in de koren, ze zingen met verve, zo opgetogen zijn die schoften geen Grieken of Romeinen te hoeven uitbeelden, maar eenvoudig visserstuig; als zodanig veroorloven zij zich allerhande grappen, en zelfs platvloersheden zonder enige act, die het publiek braaf slikt. Zou u kunnen geloven dat dit publiek zo gedegradeerd is dat twee advocaten mij gevraagd hebben of alles bij elkaar hun Muette niet beter was dan die van Parijs?
Dit land is verloren. Ze zijn er wat betreft de kunsten, het gezond verstand en de kunst van het leven te genieten net zover aan toe als de arti di disegno dat waren in 300, onder Constantijn: toen richtten ze tempelzuilen op, maar ze werden verkeerd om geplaatst, met de kop naar beneden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten