donderdag 30 mei 2019

Frederik van Eeden • 31 mei 1912

Frederik van Eeden (1860-1932) was schrijver en psychiater. Hij hield een groot deel van zijn leven een dagboek bij.

vrijdag 31 mei
Nu is 't zoomer en zonnig. En ik ben diep neerslachtig. Paul (Van Eeden's zoon] heeft steeds hooge koorts. Hoe zal dat ooit beeter gaan?

zaterdag 1 juni
Zoomerweer, onweer. ▫ Paul ziet er uit als Amfortas, zoo bleek, met de dunne zwarte baard. Maar mooier dan de opera-figuur. Onder invloed van zijn toestand ben ik zeer neerslachtig.
Daarbij kwam vandaag nu nog het bericht dat de uitneemende zakenman die de bakkerij omhoog zou helpen, zich terugtrekt. Dat ontbreekt nog. Wat dan?
Bezoek van tante de Ruyter de Wildt, die oover een boek sprak ‘Je maintiendrai’ dat Willem III en de Witt behandelt. Toen kwam op eens weer mijn Jan de Witt drama booven. Ik voelde de oppositie: de nietscrupuleuze aristocraat, de drooge republikein - de felle strijd dier karakters - het domme volk onder hen.
Ik werkte onder de veranda. Ik houd van Doorn, van de boschlaantjes naar 't postkantoor, de akkers, de hei - en de lieve herinneringen, de wandeltjes, de arme dierbare Paul, Ella's lieve brieven. O hoe is mijn hart hier bewoogen.

zondag 2 juni
Een dag met buien van intensieve somberheid, waarin ik mij naauwelijks verroeren kon. De minste onhartelijkheid van mijn vrouw martelt mij dan, als met gloeiende naalden. Maar in die pijnen groeien soms mijn fantasieën prachtig uit. Doorn is voor mij een smartelijk-rijke waereld. Een doornkroon.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten