woensdag 28 november 2018

Anthonie Duyck -- 29 november 1596

Antonie Duyck (1560-1629) was vanaf 1621 raadpensionaris van Holland. In 1596 was hij advocaat-fiscaal van de Raad van State en hield in die functie een journaal bij waarin hij verslag deed van de militaire campagnes van prins Maurits.

Den 29en Novembris regende het seer. Ontrent dese tijt continueerden de tijdingen seer dat den Turck Agria in Over Ungeren bij appoinctement verovert ende allen den soldaten daer binnen geweest contrarie sijn beloften qualijcken getracteert hadde, ende corts daernaer tvolck vanden Ertshertoge in een onvoorsichtig schermutsel hadde getrocken ende daernaer daerop so seer was gevallen, dat hij desselven Ertshertogen leger ingedruckt ende tgeschut ende de bagagie genomen hadde, wesende de ruyteren met groote desordre gevlucht ende ontreden; met welck verlies naer alle apparentie scheen, dat gansch Over Ungeren ende Sevenburgen souden pericliteren, indien men geen ordre en stelde om tvolck te rallieren tot een verdrietigen inbreuck vande gansche Cristenheyt ende slavernie van so veel Christenmenschen, daertoe anders eenige teyckenen schenen te inclineren. Want op den dach vande nederlaeg vanden voors. Ertshertoge verbrande een groot deel van thof van Keyser tot Prague, ende de verblintheyt vanden Keyser was so groot, dat hij volgende den Raet van eenige Jesuiten om hem wesende, alsnoch sijn onderdanen in tstuck vande religie geen vrijdom en wilde geven, daerdoor dselve sulcken afkeer van hem hadden, dat se scheenen alles meer naer den Turck als naer hem te inclineren, so seer, dat den boerencrijch in Oistenrijck om de religie wille aengevangen noch met groote vehementie was duyrende, in welcke overgroote gevaren ende periculen den Keyser alleen so weynich gevoelen hadde, dat sulcx hem scheen niet ter harten te gaen, ende dat hij al willens desen grooten inbrueck de Cristenheyt, oick met verlies van sijn eygen landen ende rijcken wilde doen. Wesende anders oick een seer beclagelijcke sake, dat de Cristenen so seer op malcanderen verbitteren, dat se niet en gevoelen nochte aen en nemen de groote desolatien, die den Turck huer doet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten