• Achilles Cools (1949) is een Belgische kunstenaar die zijn inspiratie vindt in de biologie. Uitgebroed. Dagboek van een beeldenmaker.
18 december
De jaren snellen voorbij, mijn lief, in allerijl voorbij, en weldra zal niemand weten wat jij en ik weten. Hoe meer alles in de mist van het verleden verdwijnt, hoe tederder en verrukkelijker wij onze liefde en haar tragische erotiek in verhalen van een volmaakt geluk laten stollen. Het onafwendbare sterven van onze hartstocht bezinkt in beelden, die schemeren als bomen in de mist; ze wijken in de tijd, maar blijven onmiskenbaar bewaard. En ook al is er door de mist niet veel te zien, ergens is er dat gelukzalige gevoel dat je de goede kant op kijkt.
19 december
Waarom beweren sommigen dat wetenschap van meetlat tot meetlint 'kil' is, geen poëzie bevat en dat elke betovering erdoor vervliegt? Wat is er zo bedreigend aan verstand? Mysteries verliezen hun poëzie niet als ze zijn opgelost. Integendeel, de oplossing blijkt vaak mooier dan het raadsel, en hoe dan ook: door het oplossen van het ene mysterie, breng je andere mysteries aan het licht. Misschien zelfs als inspiratiebron voor andere poëzie.
Natuurlijk mag ik door een bloem te bestuderen de schoonheid ervan niet uit het oog verliezen. Ik moet nog een diepere schoonheid zien, die niet zo gemakkelijk is waar te nemen. Ik zie de ingewikkelde wisselwerkingen van de bloem. Een kleur die de bloem ontwikkeld heeft om insecten aan te trekken. Door het bestuderen van de bloem wordt de schoonheid steeds groter.
20 december
Waarom vliegen motten in de vlam van een kaars? Zelfmoord - neen. Voor de mens een kaars en lamp had uitgevonden, waren hemellichamen de enige nachtelijke lichtbronnen. Die fungeren als kompas voor motten, een ingebouwde vuistregel om hun weg te vinden. Zodra de mens een kaars introduceert, zal die regel ertoe leiden dat de motten in de vlam van de kaars vliegen en verbranden.
Ook ons brein is geëvolueerd om te overleven in het stenen tijdperk. Zo hebben kinderen een ingebouwde vuistregel die zegt: Geloof alles wat je ouders of de ouderen van de stam vertellen. Erg nuttig: iemand moet ze voor de gevaren verwittigen. De gelovers zullen langer leven. Maar behalve waarheden kunnen we evengoed geneigd zijn onwaarheden te geloven. Dat maakt ons kwetsbaar.166-2016>
donderdag 18 december 2025
woensdag 17 december 2025
Carry Ulreich • 18 december 1944
• Het Joodse meisje Carry Ulreich (1926) zat in de oorlog ondergedoken in Rotterdam. Ze hield van 1941-1945 een dagboek bij, dat onlangs is gepubliceerd als 's Nachts droom ik van vrede.
Maandag 18 Dec
Ik heb weer eens op een fiets gezeten! En het ging, alleen heb ik nog een paar pijnlijke plekken over! Vrijdag moest ik naar de tandarts. Nu stond in Hillegersberg Mies d'r fiets. Als ik hem zou halen, mocht ik erop terug. Ik heb me weer doodgehaast naar de dokter (niemand ontmoet), hij heeft al mijn tanden geplombeerd, heel zorgvuldig en pijnloos, niet eens geboord. Eigenlijk was ik klaar nu, maar heb afgesproken om te trekken. 'k Ben doodsbang voor complicaties. Doorgelopen naar Hillegersberg, onderweg geprobeerd boodschappen te doen (te krijgen), maar haast overal tevergeefs. Kom ik eindelijk doodmoe aan, dan hoor ik dat mijnheer nog even een boodschapje is gaan doen op de fiets. Geen manier van doen, want ze wisten hoe laat ik komen zou. Maar enfin, met de vrouw des huizes heb ik een half uurtje gekletst. Er hing een heel mooi schilderij van haar door Bob geschilderd. Heel gezellig, maar veel te vol, de kamer. Een paar mensen ontmoet, o.a. een wijsgeer, dichter. Hij kwam binnen met een grote flambard, eerst dacht ik een schilder. Mevrouw liet mij het huis beneden zien. Prachtkamer aan het water gelegen. Zou verrukkelijk zijn om te studeren, zo rustig. Een schattig huisje is het. Maar intussen was het erg laat geworden en ik wilde voor mijzelf een bh kopen. 4 uur zaken dicht. Heb geraced, maar de zaak was toch gesloten.
Toen fietste ik maar op mijn gemak voor mijn plezier een beetje door Blijdorp. 't Was lekker koud. Vrieskoud. Ik hoop maar dat het niet gaat vriezen dit jaar, want er heerst toch al zo'n nood. Wij zijn bevoorrecht dat we nog kolen hebben en eten hebben om op die kolen te bereiden. Maar mensen die van het rantsoen leven: 1 kilo aardappelen en brood, half ons kaas, 1 ons vlees per week (meer niet), die hongeren. Gelukkig is witte kool genoeg te krijgen, maar daar kun je je tenslotte niet vol van eten en je wordt er na 2 weken misselijk van. Ik eet ongeveer hier het minste middageten (stamppot witte of rode kool), maar dit zijn drie porties van de gaarkeuken: de familie Zijlmans zag laatst iemand met een pannetje lopen, er was weinig, maar goede vette jus bij. 1 kilo aardappelen en 2x per dag warm eten! Honger!
Wij krijgen gelukkig wel eens wat erbij, zodat wij, in vergelijk met anderen, het rijkelijk hebben, 's Ochtends 3 boterhammen, voor de lunch 3 met koolsoep, 's avonds een goed vol bord stamppot en soep voor! Nu krijgen we de Kerstdagen. Volgende week al. Wat is dit jaar gevlogen! Dit komt waarschijnlijk in afwachting op de vrede, want we leven van maand op maand, hoop op hoop. De dagen zijn de laatste maanden zo kort, dat ze omgaan voordat je iets anders gedaan hebt dan afwassen, eten zorgen, afwassen, enz. maar dit jaar kerst wil Ton hier een feestje maken: heren avondkledij en dames avondtoilet. Wij hebben het niet, jammer, anders zou de sfeer nog volmaakter kunnen zijn. Maar misschien ga ik pa z'n smoking wel halen. Dansé, burp, na. Toch prettig, even de sleur doorbroken.199-2016>
Maandag 18 Dec
Ik heb weer eens op een fiets gezeten! En het ging, alleen heb ik nog een paar pijnlijke plekken over! Vrijdag moest ik naar de tandarts. Nu stond in Hillegersberg Mies d'r fiets. Als ik hem zou halen, mocht ik erop terug. Ik heb me weer doodgehaast naar de dokter (niemand ontmoet), hij heeft al mijn tanden geplombeerd, heel zorgvuldig en pijnloos, niet eens geboord. Eigenlijk was ik klaar nu, maar heb afgesproken om te trekken. 'k Ben doodsbang voor complicaties. Doorgelopen naar Hillegersberg, onderweg geprobeerd boodschappen te doen (te krijgen), maar haast overal tevergeefs. Kom ik eindelijk doodmoe aan, dan hoor ik dat mijnheer nog even een boodschapje is gaan doen op de fiets. Geen manier van doen, want ze wisten hoe laat ik komen zou. Maar enfin, met de vrouw des huizes heb ik een half uurtje gekletst. Er hing een heel mooi schilderij van haar door Bob geschilderd. Heel gezellig, maar veel te vol, de kamer. Een paar mensen ontmoet, o.a. een wijsgeer, dichter. Hij kwam binnen met een grote flambard, eerst dacht ik een schilder. Mevrouw liet mij het huis beneden zien. Prachtkamer aan het water gelegen. Zou verrukkelijk zijn om te studeren, zo rustig. Een schattig huisje is het. Maar intussen was het erg laat geworden en ik wilde voor mijzelf een bh kopen. 4 uur zaken dicht. Heb geraced, maar de zaak was toch gesloten.
Toen fietste ik maar op mijn gemak voor mijn plezier een beetje door Blijdorp. 't Was lekker koud. Vrieskoud. Ik hoop maar dat het niet gaat vriezen dit jaar, want er heerst toch al zo'n nood. Wij zijn bevoorrecht dat we nog kolen hebben en eten hebben om op die kolen te bereiden. Maar mensen die van het rantsoen leven: 1 kilo aardappelen en brood, half ons kaas, 1 ons vlees per week (meer niet), die hongeren. Gelukkig is witte kool genoeg te krijgen, maar daar kun je je tenslotte niet vol van eten en je wordt er na 2 weken misselijk van. Ik eet ongeveer hier het minste middageten (stamppot witte of rode kool), maar dit zijn drie porties van de gaarkeuken: de familie Zijlmans zag laatst iemand met een pannetje lopen, er was weinig, maar goede vette jus bij. 1 kilo aardappelen en 2x per dag warm eten! Honger!
Wij krijgen gelukkig wel eens wat erbij, zodat wij, in vergelijk met anderen, het rijkelijk hebben, 's Ochtends 3 boterhammen, voor de lunch 3 met koolsoep, 's avonds een goed vol bord stamppot en soep voor! Nu krijgen we de Kerstdagen. Volgende week al. Wat is dit jaar gevlogen! Dit komt waarschijnlijk in afwachting op de vrede, want we leven van maand op maand, hoop op hoop. De dagen zijn de laatste maanden zo kort, dat ze omgaan voordat je iets anders gedaan hebt dan afwassen, eten zorgen, afwassen, enz. maar dit jaar kerst wil Ton hier een feestje maken: heren avondkledij en dames avondtoilet. Wij hebben het niet, jammer, anders zou de sfeer nog volmaakter kunnen zijn. Maar misschien ga ik pa z'n smoking wel halen. Dansé, burp, na. Toch prettig, even de sleur doorbroken.199-2016>
dinsdag 16 december 2025
Karel van de Woestijne • 17 december 1914
• Karel van de Woestijne (1878-1929) was een Belgische schrijver. Hij hield in het begin van de Eerste Wereldoorlog een dagboek bij.
17 December.
Afschrikking: wij hooren weer het kanon.
Wij wisten wel dat er daar aan de Yser nieuwe bedrijvigheid moest heerschen: ook al hadden de bladen er ons niets van gemeld, de voorbijrijdende treinen, die uit Vlaanderen kwamen, of, beladen met materiaal en soldaten - er zijn er van alle soorten - naar Vlaanderen gaan, zeggen ons dat nieuwe, meer-verwoede, misschien beslissende gevechten aan den gang zouden zijn. Over den boulevard zagen wij nieuwe manschappen loopen: echte reuzen, eerbiedwekkend zoo door de uitdrukking van het strenge gelaat als door de gestalte. ‘Na de witte Kentauren, de donkere Lapithen’, zegt mij een helleniseerende vriend. En wij denken aan de legendarische strijder uit Thessalië. Toen ronkten de verre dalen van de rollende rotsblokken: als rollende rotsblokken hooren wij in de verte 't kanon.
En zoowaar, na zoo'n langen tijd, is het als eene verademing, den oorlog met onze zintuigen gewaar te worden, en niet langer meer met ons vernuft. Het verre geschut is eene opwekking: wij ontwaken uit onze dorre, bedisselende gissingen, aanleiding tot onvruchtbaar twisten. Het kanon spreekt: wij zwijgen en luisteren naar ons bonzend hart.389-2020>
17 December.
Afschrikking: wij hooren weer het kanon.
Wij wisten wel dat er daar aan de Yser nieuwe bedrijvigheid moest heerschen: ook al hadden de bladen er ons niets van gemeld, de voorbijrijdende treinen, die uit Vlaanderen kwamen, of, beladen met materiaal en soldaten - er zijn er van alle soorten - naar Vlaanderen gaan, zeggen ons dat nieuwe, meer-verwoede, misschien beslissende gevechten aan den gang zouden zijn. Over den boulevard zagen wij nieuwe manschappen loopen: echte reuzen, eerbiedwekkend zoo door de uitdrukking van het strenge gelaat als door de gestalte. ‘Na de witte Kentauren, de donkere Lapithen’, zegt mij een helleniseerende vriend. En wij denken aan de legendarische strijder uit Thessalië. Toen ronkten de verre dalen van de rollende rotsblokken: als rollende rotsblokken hooren wij in de verte 't kanon.
En zoowaar, na zoo'n langen tijd, is het als eene verademing, den oorlog met onze zintuigen gewaar te worden, en niet langer meer met ons vernuft. Het verre geschut is eene opwekking: wij ontwaken uit onze dorre, bedisselende gissingen, aanleiding tot onvruchtbaar twisten. Het kanon spreekt: wij zwijgen en luisteren naar ons bonzend hart.389-2020>
maandag 15 december 2025
Victor Hugo • 16 december 1847
• Victor Hugo (1802–1885) was een Frans schrijver, dichter, essayist en staatsman. Vertaalde dagboekfragmenten van hem zijn gepubliceerd als Zelf gezien.
16 december
Leuret, de gekkendokter, is zelf gek aan het worden. Er is met de besmettelijkheid van waanzin iets opmerkelijks aan de hand: aangezien deze ziekte niet wordt overgebracht door aanraking, zoals de pest, hondsdolheid, pokken enzovoort, en niet door het inademen van besmette lucht, zoals tyfus, cholera, gele koorts enzovoort, wordt zij kennelijk overgebracht door inbeelding, de derde ziekteverwekker, de derde besmettingsbron, waaraan de artsen niet hadden gedacht.
Hoe verder men komt, hoe meer men zal erkennen dat ziekten kunnen ontstaan, verergeren en genezen door inbeelding. Veel medicijnen en veel geneeswijzen werken alleen maar omdat de patiënt erin gelooft. Het geloof redt - óók in de geneeskunde. Dit is slechts een eerste, oppervlakkige beschouwing over een immens uitgebreid vraagstuk. Ik kom er later nog op terug.
159-2012>
16 december
Leuret, de gekkendokter, is zelf gek aan het worden. Er is met de besmettelijkheid van waanzin iets opmerkelijks aan de hand: aangezien deze ziekte niet wordt overgebracht door aanraking, zoals de pest, hondsdolheid, pokken enzovoort, en niet door het inademen van besmette lucht, zoals tyfus, cholera, gele koorts enzovoort, wordt zij kennelijk overgebracht door inbeelding, de derde ziekteverwekker, de derde besmettingsbron, waaraan de artsen niet hadden gedacht.
Hoe verder men komt, hoe meer men zal erkennen dat ziekten kunnen ontstaan, verergeren en genezen door inbeelding. Veel medicijnen en veel geneeswijzen werken alleen maar omdat de patiënt erin gelooft. Het geloof redt - óók in de geneeskunde. Dit is slechts een eerste, oppervlakkige beschouwing over een immens uitgebreid vraagstuk. Ik kom er later nog op terug.
159-2012>
zondag 14 december 2025
Abraham Rutgers van der Loeff • 15 december 1841
• Abraham Rutgers van der Loeff (1808-1881) was predikant te Noordbroek, Zutphen en Leiden. Zijn dagboeken staan hier online.
woensdag 15 december 1841
Zeer laat stond ik 's morgens op zoodat de familie reeds aan 't ontbijt zat. Jan Boon was er ook met wien dus de zaak omtrent Thijs kon vereffend worden. Te 12 uur ging ik in de Winschoter schuit naar Zuidbroek en vond daar bij Adriani mijne vrouw, met wie ik afgesproken had, dat zij mij bij Tinga zou wachten. Deze echter was niet thuis geweest. Hier bij Adriani kwam Tinga te 7 uur ook nog en te half 9 ging ik onder slecht weder met R[omelia] weer huiswaarts. Ik was braaf hongerig, daar ik dien dag nog niet gegeten had.
donderdag 16 december 1841
'S morgens gewerkt, naar den zieke geweest, die niet alleen nog leefde maar ook zelfs iets beter was. Daarop naar Bodisco, 's namiddags gekatechezeerd en daarna S. Berghuis bij mij gehad; die mij kwam raadplegen over zijn voorgenomene verandering van kostwinning. Ik had diep medelijden met den man en raadde hem ten beste. Zeer laat ging hij heen.
167-2013>
woensdag 15 december 1841
Zeer laat stond ik 's morgens op zoodat de familie reeds aan 't ontbijt zat. Jan Boon was er ook met wien dus de zaak omtrent Thijs kon vereffend worden. Te 12 uur ging ik in de Winschoter schuit naar Zuidbroek en vond daar bij Adriani mijne vrouw, met wie ik afgesproken had, dat zij mij bij Tinga zou wachten. Deze echter was niet thuis geweest. Hier bij Adriani kwam Tinga te 7 uur ook nog en te half 9 ging ik onder slecht weder met R[omelia] weer huiswaarts. Ik was braaf hongerig, daar ik dien dag nog niet gegeten had.
donderdag 16 december 1841
'S morgens gewerkt, naar den zieke geweest, die niet alleen nog leefde maar ook zelfs iets beter was. Daarop naar Bodisco, 's namiddags gekatechezeerd en daarna S. Berghuis bij mij gehad; die mij kwam raadplegen over zijn voorgenomene verandering van kostwinning. Ik had diep medelijden met den man en raadde hem ten beste. Zeer laat ging hij heen.
167-2013>
14 december 2016 • Tommy Wieringa
• Tommy Wieringa is een Nederlandse schrijver. Uit: Schrijversdagboek.
14 december 2016
Een plukje kraaien op de Kruisweg. Een zwaan in de berm, de lange hals slordig geknakt in het gras, zijn ribbenkast geopend naar het licht. Het roze vlees bij de opening, de donkere ingewandsruimte al leeggevreten. De kraaien, is hun vreugde groter bij een vers kreng dan bij een oude boterham?
De afgelopen weken 's nachts de paringsroep van een vos gehoord, een hoog, verontrustend gillen. Ik vrees voor mijn oude, blinde kat.
15 december 2016
Vanmorgen op de Kruisweg, waar gisteren de zwaan lag, een stralend witte buizerd op een metalen paal gezien. Metamorfose. Laag boven het weiland verdween hij in de mist.
Jos was hier. Ik maakte chili con carne met de bruine bonen uit de nalatenschap van zijn moeder Anneke. Tientallen kilo's bonen, koffie en andere levensmiddelen troffen we na haar dood aan in de voorraadkast van haar huisje op de heide van het Mantingerveld. Jos nam de koffie, ik de bonen. Ze waren in de zomer van 2014 al over datum maar na 24 uur in de week en een uur of zes koken zijn ze nog goed te doen. Ik heb nog een kilo of tien over. C. vraagt telkens of we er nu doorheen zijn.
In mijn moeders voorraadkasten troffen we vorig jaar honderden kilo's gevriesdroogd en ingeblikt voedsel aan, alsmede kasten vol overlevingsartikelen, van tondeldozen tot knijpkatten en thermodekens. Op haar boventerras stond een generator onder een afdak en in een van de kamers kasten vol jerrycans met honderden liters diesel en petroleum.
Ze leefde met een krachtige eindtijdelijke verwachting, die moeder van mij, die sterker werd naarmate haar eigen einde naderde. De apocalyps is een ouderdomsziekte, zei ik eens tegen haar.
Ik ben een zoon van twee preppers; mijn voorraadkast is tot barstens toe gevuld met gedroogde bonen en grote, messingkleurige blikken vol gedroogde rijst, pasta, snijbonen en wortelen voor de eindtijd die zij voorzagen. ‘Mahlzeiten in Notzeiten’, houdbaar tot juni 2019. De ondergang werd voor die tijd verwacht.
14 december 2016
Een plukje kraaien op de Kruisweg. Een zwaan in de berm, de lange hals slordig geknakt in het gras, zijn ribbenkast geopend naar het licht. Het roze vlees bij de opening, de donkere ingewandsruimte al leeggevreten. De kraaien, is hun vreugde groter bij een vers kreng dan bij een oude boterham?
De afgelopen weken 's nachts de paringsroep van een vos gehoord, een hoog, verontrustend gillen. Ik vrees voor mijn oude, blinde kat.
15 december 2016
Vanmorgen op de Kruisweg, waar gisteren de zwaan lag, een stralend witte buizerd op een metalen paal gezien. Metamorfose. Laag boven het weiland verdween hij in de mist.
Jos was hier. Ik maakte chili con carne met de bruine bonen uit de nalatenschap van zijn moeder Anneke. Tientallen kilo's bonen, koffie en andere levensmiddelen troffen we na haar dood aan in de voorraadkast van haar huisje op de heide van het Mantingerveld. Jos nam de koffie, ik de bonen. Ze waren in de zomer van 2014 al over datum maar na 24 uur in de week en een uur of zes koken zijn ze nog goed te doen. Ik heb nog een kilo of tien over. C. vraagt telkens of we er nu doorheen zijn.
In mijn moeders voorraadkasten troffen we vorig jaar honderden kilo's gevriesdroogd en ingeblikt voedsel aan, alsmede kasten vol overlevingsartikelen, van tondeldozen tot knijpkatten en thermodekens. Op haar boventerras stond een generator onder een afdak en in een van de kamers kasten vol jerrycans met honderden liters diesel en petroleum.
Ze leefde met een krachtige eindtijdelijke verwachting, die moeder van mij, die sterker werd naarmate haar eigen einde naderde. De apocalyps is een ouderdomsziekte, zei ik eens tegen haar.
Ik ben een zoon van twee preppers; mijn voorraadkast is tot barstens toe gevuld met gedroogde bonen en grote, messingkleurige blikken vol gedroogde rijst, pasta, snijbonen en wortelen voor de eindtijd die zij voorzagen. ‘Mahlzeiten in Notzeiten’, houdbaar tot juni 2019. De ondergang werd voor die tijd verwacht.
13 december 1588 • Gerardus Winsemius
Gerardus Winsemius was een van de eerste theologiestudenten aan de nieuwe hogeschool in Franeker. Als predikant in de eveneens nieuwe gereformeerde Kerk diende hij rond 1600 in tal van plattelandsgemeenschappen.
Zijn verre achterneef Pieter Winsemius heeft op basis van de overgeleverde aantekeningen uit die tijd een gedetailleerd memoriaal samengesteld, waarin hij Gerardus op levendige wijze laat beschrijven wat hem in de periode van november 1588 tot augustus 1616 bezighoudt.
13 DECEMBER 1588 Ik begin te begrijpen dat er twee soorten onderwijs zijn. Tijdens een hoorcollege leest een hoogleraar voor uit zijn notities en worden wij geacht dictaat bij te houden. Professor Nerdenus leidt ook een collegium, dat is opgebouwd uit disputaties. Tijdens een disputatie moet je als student een voordracht houden over een bepaald onderwerp of een Bijbeltekst die een hoogleraar je toewijst. Je moet dan een standpunt met argumenten onderbouwen. De andere studenten moeten daarna hiertegen opponeren, waarbij de hoogleraar als voorzitter fungeert. Het lijkt me buitengewoon spannend, de paar keer dat ik het heb meegemaakt, waren het levendige discussies. Goswinus stak eergisteren een betoog af over de maaltijd des Heren en de discussie duurde wel drie kwartier. Nerdenus was zeer complimenteus. Er zijn overigens naast de openbare colleges voor alle studenten kennelijk ook private colleges, waarvoor hoogleraren extra geld vragen. Ze worden vaak bij hen thuis gegeven met maar een paar studenten in het gehoor. Dat zijn bovendien de meer kapitaalkrachtigen.
Zijn verre achterneef Pieter Winsemius heeft op basis van de overgeleverde aantekeningen uit die tijd een gedetailleerd memoriaal samengesteld, waarin hij Gerardus op levendige wijze laat beschrijven wat hem in de periode van november 1588 tot augustus 1616 bezighoudt.
13 DECEMBER 1588 Ik begin te begrijpen dat er twee soorten onderwijs zijn. Tijdens een hoorcollege leest een hoogleraar voor uit zijn notities en worden wij geacht dictaat bij te houden. Professor Nerdenus leidt ook een collegium, dat is opgebouwd uit disputaties. Tijdens een disputatie moet je als student een voordracht houden over een bepaald onderwerp of een Bijbeltekst die een hoogleraar je toewijst. Je moet dan een standpunt met argumenten onderbouwen. De andere studenten moeten daarna hiertegen opponeren, waarbij de hoogleraar als voorzitter fungeert. Het lijkt me buitengewoon spannend, de paar keer dat ik het heb meegemaakt, waren het levendige discussies. Goswinus stak eergisteren een betoog af over de maaltijd des Heren en de discussie duurde wel drie kwartier. Nerdenus was zeer complimenteus. Er zijn overigens naast de openbare colleges voor alle studenten kennelijk ook private colleges, waarvoor hoogleraren extra geld vragen. Ze worden vaak bij hen thuis gegeven met maar een paar studenten in het gehoor. Dat zijn bovendien de meer kapitaalkrachtigen.
Abonneren op:
Reacties (Atom)







