— "Ook mijnheer Boetzelaer zocht me op. Hij sprak zijn teleurstelling uit over het feit, dat ik niet ingegaan was op ook maar een van zijn uitnodigingen. Hij had me inderdaad meermalen uiterst voorkomend geïnviteerd. Ik at thuis, slechts in gezelschap van mevrouw Van Meel en de heer Van der Laan. Ik bleef de hele dag thuis, 's avonds speelden we whist."
22 augustus kwam mijnheer Van Neck mij in zijn koets ophalen. Hij nam mijnheer Van der Laan en mij mee voor een bezoek aan de zaal waar de Staten-Generaal bijeen komen. We bekeken ook nog de Trèves-zaal en enkele andere zalen. Na dit uitstapje nam ik van een aantal mensen afscheid. Ik dineerde bij mijnheer Van Neck in gezelschap van mevrouw Van Neck, schepen Ourik en diens knappe dochter. De schepen is een neef van Van Neck. De Van Ouriks waren er erg op gebrand mij te zien. Hij is een erg voorkomend en verstandig man, zijn dochter doet niet voor hem onder. Tot het gezelschap behoorde ook nog de zoon van mijnheer Van Neck, een jongeman van ongeveer veertien jaar, erg knap en goed opgevoed. Om vijf uur brachten de heren Van Neck en Ourik mijnheer Van der Laan en mij naar Delft. Toevallig ontmoetten we burgemeester Schepers, die met zijn trekjacht op weg was naar Rotterdam. Hij vroeg of wij mee wilden varen, wat we graag deden. We kwamen om acht uur in Rotterdam aan en werden opgewacht door de koetsier van heer Walter Senserf. We werden door heer Walter en zijn vrouw op de gebruikelijke wijze, dus zeer voorkomend ontvangen.
23 augustus kreeg ik bezoek van burgemeester Van Teylingen. Hij nodigde me uit voor het diner aanstaande maandag. Ook mijnheer Boetzelaer zocht me op. Hij sprak zijn teleurstelling uit over het feit, dat ik niet ingegaan was op ook maar een van zijn uitnodigingen. Hij had me inderdaad meermalen uiterst voorkomend geïnviteerd. Ik at thuis, slechts in gezelschap van mevrouw Van Meel en de heer Van der Laan. Ik bleef de hele dag thuis, 's avonds speelden we whist.
24 augustus ontving ik 's morgens een paar bezoekers, onder andere mijnheer d'Airolles die me een goede reis kwam wensen. Ik had hem gevraagd bij heer Walter te komen eten. Omdat we echter uitgenodigd waren door mevrouw Van Meel nam ik hem daarheen mee. We troffen daar ook burgemeester Van Teylingen en diens vrouw en mijnheer Buteux van Zeeland. We kregen een zeer edel maal voorgeschoteld. De rest van de dag en de avond bleven we whisten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten