zaterdag 11 februari 2023

Fredrika Bremer • 11 februari 1844

• Uit het fictieve Een dagboek, van Fredrika Bremer (1801-1865), een Zweeds schrijfster en voorvechtster van vrouwenrechten.

11 Februarij.
Er worden weder plannen tot eene sledevaart gemaakt; ditmaal zijn Lennartson en Brenner daarvan de aanleggers. Lennartson zal met Flora rijden, en ik geloof, dat het met dit alles niet alleen zijne bedoeling is om Flora genoegen te doen, maar dat hij ook wenscht hierdoor de gelegenheid te bekomen, om alleen met haar te zijn, en vrij met haar te kunnen spreken. Het is duidelijk, dat hij haar opmerkzaam gadeslaat, en dezer dagen vooral, daar zij weder bijzonder veranderlijk en ongedurig is.
De Zeerob heeft mij zijne slede aangeboden, en ik heb het aangenomen, onder voorwaarde, dat zijn lief, oudste dochtertje Rosine mede zal gaan. Hierin heeft hij toegestemd, maar niet gemakkelijk. Ik wil zoo langen tijd niet «en tête-à-tête» met den Zeerob zijn, maar mij de eerste de beste gelegenheid ten nutte maken, om zijnen aanval, dien hij op mij in den zin heeft, af te slaan; ik wil hem ronduit zeggen, dat ik vast besloten heb onafhankelijk te blijven, en dat ik niet wil, dat liefde, maar wel dat vriendschap mijn hart zal vervullen en het warm doen slaan.
Selma wil niet anders dan met hare moeder rijden, die in hare overdekte slede en met hare eigene paarden wil gaan. Daar is geen veranderen aan!
De trein zal uit meer dan vijftig sleden bestaan. Selma en Flora verheugen zich in het vooruitzigt — als jonge meisjes. De heeren versieren hunne sleden met de vachten van allerlei wilde dieren. Reeds eene geheele week lang wordt van niets anders gesproken. Moge het weder maar gunstig blijven!
Zulk eene sledevaart, bij de zuivere winterlucht, onder den blaauwen hemel, over de met sneeuw bedekte aarde, is toch eene echt Noordsche uitspanning, waarbij men het ware, krachtige Noordsche leven met volle teugen geniet! Hoe vrolijk en ligt vliegen die opene, met bont bedekte sleden voort, met die vurige paarden! Hoe fladderen witte netten om deze heen! Hoe vrolijk klingelen die bellen aan de tuigen! Hoe zoet is het, zoo snel over de aarde te glijden, omgeven door vrolijke gezigten, en gezeten naast een vriend, die elk gevoel, elken indruk met ons deelt.

[lees verder]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten