donderdag 1 september 2022

Julien Piraña • 2 september 1975

Kees Wielemaker (1938) publiceerde in de jaargang 1975/'76 van Maatstaf onder het pseudoniem Julien Piraña een Afrika-dagboek.

Koutiala, 2 september 1975.
Donderdagmorgen was 't schip voor Timboektoe en Gao afgeladen met kooplui. Vooral vrouwen. Misschien kon er nog plaats worden gemaakt op 't dek. 'k Wist meteen genoeg. Vier dagen boven op elkaar is net iets te veel. Daarbij moet Timboektoe niet veel anders zijn dan Djenné. Misschien doe ik 't op de terugweg aan.

Afrika is als spierpijn. Je moet in beweging blijven. Niet gaan zitten. En zeker niet liggen. De laatste dagen in Mopti heb ik bijna geen voet meer verzet. De lemen hut in 't kampement was te heet en te droog. Binnen een paar uur absorbeerde de lucht vijf liter water die ik over de stenen vloer uitgoot. En nog hielp het maar even. Twee of drie dagen raakte ik in een soort trance. Nog steeds alles overdenkend uit het verleden. Als een toeschouwer die er niets mee te maken heeft. Maar soms ook min of meer stikkend bij fragmenten die niet meer kunnen worden overgespeeld. 'k Moet in beweging blijven. Geen Mopti's meer.

Maandagmorgen vertrok er een Renaultbusje uit Mopti naar Koutiala. De grens van Mali met Oppervolta heet nog gesloten te zijn door de oorlog, maar 'k ga het riskeren. Van hier uit wil ik naar Bobo-Diolasso en dan naar Ouagadougou. 't Is nooit zeker wanneer de autoos vertrekken en nog minder wanneer ze aankomen. Als ze vol zijn gaan ze weg, als ze 't volhouden komen ze aan. Om elf uur was ik aan de haven. 't Leek me dat er geen plaats meer was, maar precies in 't midden was nog één stoel zonder leuning. 't Kolonialisme is voorbij, en de laatst gearriveerde zit daar. Haringen in een ton. Als 't gaat regenen, dacht ik meteen, ben ik d'enige die droog blijft. In die dingen vergis ik me zelden. D'eerste helft van de route sloeg de regen links, d'andere helft rechts naar binnen. Om half een lukte het om de Renault aangeduwd te krijgen na een uur proberen met steeds andere oude bougies. Op 't trajekt van 340 km zijn ongeveer tien douane- en politieposten. Meestal vijf maar soms ook een half uur stoppen. Bij d'eerste moet iedereen eruit met z'n papieren. Na een overval moet je hier niet langs de wegen ontsnappen. Ieder beweging wordt geregistreerd.

De honden hier zijn niet van een bepaald soort. 't Is een oer-hond. Geel, met kort haar, hangoren, rank en een halve meter hoog. Tussen Mopti en San lagen er drie. Dood. Tot nu toe heb ik er al zeker 25 op de wegen gezien. D'eerste die we passeerden was net gevonden door twee gieren. Hij lag er nog niet lang genoeg om al te zijn opgemerkt door de kolonie van wel twee- of driehonderd die een eind verder om de resten van twee aangereden koeien scharrelde. Als de Renault met een beetje snelheid was gekanteld zouden z'aan een halve dag genoeg hebben om de identifikatie sterk te bemoeilijken. 'k Heb een lichte vergroeiing aan één van de onderste rugwervels.

De poststroom wordt nog dunner. In Mopti was er één brief van Daoeda. Hij vroeg waar de kaart bleef die 'k zou sturen. En hij wilde weten of 'k nog gezond was en of er veel muskieten zijn in Mopti. Onhebbelijk veel. Mopti ligt in een moeras, zal ik terugschrijven.

In 't kampement ontmoette ik twee Nederlandse vrijwilligers. Ze waren hier een half jaar en Afrika had geen geheimen meer voor ze. ‘Iedere Afrikaan heeft gonorrhoe.’

Tegen de middag vertrekt er een Peugeot naar de grens. Er is een stuk ‘niemandsland’ waarvan niemand me tot nog toe de breedte heeft kunnen zeggen. De schattingen lopen uiteen van acht tot veertig kilometer. Die zal ik, ook volgens de berichten, moeten lopen. M'n rugzak is wel erg sterk, voor 't vervoer op autoos, maar 't zwaartepunt ligt eigenlijk te laag om er een dag of langer mee te sjouwen. 'k Zie wel, misschien vind ik een ezel of een fiets en met wat geluk toch iets gemotoriseerds. Toen ik hier gisteravond om negen uur aankwam kon ik niets anders vinden dan een lemen hut. Anders dan in Mopti zijn hier bijna geen muskieten. Tegen twaalf uur word ik op het binnenplaatsje opgehaald. Evengoed wordt het twee of drie uur. Tijd en vooral haast zijn hier onbekende begrippen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten