maandag 6 juni 2022

Michel Leiris • 7 juni 1934

In de tegenwoordige tijd. Journaal 1922 - 1989 van de Franse schrijver Michel Leiris (1901-1990) is geen dagboek in de eigenlijke zin: het is een plakboek, plaats voor schrijfoefeningen en opzetjes, een notitieboekje voor faits divers (vertaling: Michel van Nieuwstadt).

7 juni
Afgelopen dagen nagedacht over de ideeën van Leenhardt over het totemisme: de primitieve totemdieren — tenminste wat Nieuw-Caledonië betreft — zijn onedele dieren (mossel), dicht bij de aarde levend (hagedis), één wordend met het slibzand (schuilplaats voor paling); allemaal seksuele symbolen. Hoe kan de westerling totemistisch denken, het totemisme leren kennen langs de weg van de rechtstreekse ervaring? Ik denk dat hij in dit opzicht bepaalde toestanden tot zijn beschikking heeft, zoals de roes. Zo was ik er 's ochtends verbaasd over, na mij de avond tevoren bij Fred Payne te hebben bezat, dat de dienstmeid de poes niet meenam naar de mis — en ik vroeg aan Zette: 'Slaapt Zette?', en was hoogst verrast over haar verwonderde reactie: 'Je weet dus niet', zei ik, 'wat verdubbeling is?'

Psychologisch onderzoek doen naar bepaalde toestanden zoals dronkenschap (correctie: naar wat deze toestand aan bijzonders heeft, aan relatief uitzonderlijks).

[Ongedateerd]
Hebbelijkheden die mijn persoon betreffen
bijten aan mijn vingers
krabben aan mijn reet
kneden van mijn borstpartij
masturberen
ruiken aan de rug van mijn hand

Hebbelijkheden op het sociale vlak
neiging tot blozen
uitstel — om ze uiteindelijk niet te hoeven nemen — van heel simpele beslissingen

Hebbelijkheden van het 'metafysische' soort
................

Geen opmerkingen:

Een reactie posten