donderdag 23 juni 2022

Robert Graves • 24 juni 1915

• De Britse schrijver Robert Graves (1895-1985) was soldaat in WO 1. In Dat hebben we gehad (vertaald door Guido Golüke) zijn ook een aantal dagboekfragmenten van hem uit die periode opgenomen.
In 1916 zou hij zelf zwaargewond raken tijdens de bijna vijf maanden durende Slag aan de Somme, waarbij meer dan een miljoen doden en gewonden vielen.

24 juni.
[eerste deel] Wij officieren besteden hier veel tijd aan revolverschieten. Jenkins kwam met een prachtig doelwit aan uit de enige niet-verwoeste huiskamer in onze inkwartieringssector: een glazen kast vol kunstfruit en kunstbloemen. We zetten hem op vijftig meter afstand op een paal. Hij zei: 'Ik heb altijd al een van die krengen kapot willen slaan. Mijn tante heeft er een. Zo'n ding dat een hels bombardement geheid overleeft.' Ik onderdrukte een teerhartige impuls om hem heel te houden. We vuurden om de beurt vijf schoten af. Iedereen miste. Daarna gingen we op twintig meter afstand staan en vuurden één schot af. Iemand raakte de paal zodat de kast in het gras viel. Jenkins zei: 'Dat verdomde ding, hij is vast behekst. Laten we hem maar terugbrengen.' Het glas was nog heel, maar het fruit was hier en daar losgeraakt. Walker zei: 'Nee, hij heeft pijn. We moeten hem uit zijn lijden verlossen.' Hij gaf hem van dichtbij de coup de grace.

Dc oude Normandische kerk hier is zwaar beschadigd. Het restant van de toren wordt door de artillerie als vooruitgeschoven waarnemingspost gebruikt. Ik heb er acht onontplofte granaten in geteld. Jenkins en ik zijn erin geweest; de vloer lag bezaaid met rommel, puin, versplinterde stoelen, gescheurde schilderijen (sommige doeken leken verscheidene honderden jaren oud), brokstukken van beelden en kruisbeelden, bemodderde, rottende kerkgewaden in wat ooit dc sacristie was. Er zaten nog maar een paar stukken gebrandschilderd glas in de randen van de ramen. Ik klom via het altaar naar het raam aan de oostkant en vond er een stuk ongeveer zo groot als een bord. Ik gaf het aan Jenkins. 'Souvenir,' zei ik. Toen hij het in het licht hield, zagen we dat het de hand van St. Petrus was met de sleutels van de hemelpoort — middeleeuws glas. 'Ik stuur het naar huis,' zei hij. Toen we naar buiten liepen, kwamen we twee soldaten van de Munster Fusiliers tegen. Als katholieke Ieren zagen ze het als heiligschennis dat Jenkins het stuk glas meenam. Een van hen waarschuwde hem: 'Dat zou ik niet meenemen, luitenant; het zal u geen geluk brengen.' (Jenkins is niet lang erna gesneuveld.)

[...]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten