woensdag 27 februari 2019

Friedrich Nietzsche -- 28 februari 1873

• Fragment uit een brief van de jonge Friedrich Nietszsche (1844-1900) aan ene Malwida von Meysenbug. Uit: Afgemat als een eendagsvlieg bij avond. Een selectie uit de brieven 1858-1879 (vertaald door Hans Driessen).

Bazel, eind februari 1873
Over uw filologisch-pedagogische vraag [of het aanbeveling verdient kinderen tweetalig op te voeden] heb ik vaak nagedacht: een algemene oplossing lijkt mij niet goed mogelijk. Het komt er ten zeerste op aan om welke moedertaal het gaat. Helaas ontbreekt het mij in grote mate aan ervaring, maar ik kan me voorstellen dat het voor een Duits kind een ware zegen zou zijn eerst in een werkelijk strenge cultuurtaal, Frans of Latijn, opgevoed te worden, zodat zich een krachtig stijlgevoel kan ontwikkelen, dat naderhand ook de later geleerde, enigszins barbaarse moedertaal ten goede zou komen. Daarentegen was het bij de Grieken en is het bij de Fransen uiteraard nutteloos een tweede taal, welke dan ook, te leren; zulke volken, die in zo hoge mate een eigen stijlgevoel bezitten, kunnen tevreden zijn met hun eigen taal. Alle andere moeten leren en blijven leren. (Ik heb het hier natuurlijk niet over de waarde die het leren van een vreemde taal voor de kennis van vreemde literaturen en wetenschappen heeft, maar alleen over taal- en stijlgevoel.) Waarom schrijft Schopenhauer zo voortreffelijk? Omdat hij een groot deel van zijn jeugd vrijwel alleen Frans of Engels of Spaans heeft gesproken. Bovendien heeft hij, naar eigen zeggen, met dit doel voor ogen buitengewoon intensief Seneca bestudeerd en geïmiteerd. Maar hoe een Duitser door alleen Duits te lezen, of zelfs door in het Duits te converseren, zich een stijl eigen kan maken, begrijp ik niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten