woensdag 27 juli 2022

Adèle d’Osmond • 28 juli 1830

Adèle d’Osmond, Comtesse de Boigne (1781-1866) was een Franse aristocrate. Haar mémoires zijn in het Nederlands vertaald (door Willem Derks) als Verhalen van een tante. Memoires 1781-1830.
In de Julirevolutie van 1830 kwam de Franse middenklasse in opstand tegen Karel X. Men voelde zich benadeeld door de koning, en wilde zijn macht breken. De revolutiedagen 27,28 en 29 juli worden in Frankrijk wel de Trois Glorieuses genoemd.

28 juli 1830
Omdat ik niet geloofde dat de toestand zo ernstig was dat ik mijn plannen moest wijzigen – ik moest de volgende dag terug naar het platteland –, wilde ik mijn bankiers opzoeken, de heren Mallet, bij wie ik een en ander te regelen had. […] Ik liep de trap op naar het kantoor, waar de heren zeer verbaasd waren me te zien; ze raadden me dringend aan meteen naar huis te gaan en binnen te blijven.
Terwijl ik een paar noodzakelijke papieren tekende, vertelden ze me dat tegen zes uur in de ochtend vrij grote groepen mensen op de wapenwinkels waren afgegaan en die geplunderd hadden zonder dat men er veel tegen had kunnen doen. Overal waren de lantaarns gebroken en bij alle winkels met het koninklijke wapen was dit eraf gerukt. In feite hadden de winkeliers geen enkele weerstand geboden en zelfs geholpen. Er was sprake van de Nationale Garde in dienst te roepen om personen en eigendommen te beschermen. De heren Mallet waren al naar het stadhuis van hun arrondissement geweest om dit te bepleiten. Zij stonden op het punt daar nogmaals heen te gaan en ze hoopten dat tegen het einde van de ochtend een geïmproviseerde nationale garde in alle buurten actief kon zijn, niet om de reguliere troepen te assisteren, maar om goedwillende mensen te beschermen en de plunderingen tegen te gaan die gezien de gebeurtenissen van die ochtend niet konden uitblijven.

Ik kwam banger thuis dan ik was weggegaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten