dinsdag 5 december 2017

Lidija Tsjoekovskaja -- 6 december 1960

Lidija Tsjoekovskaja (1907-1996) was een Russisch schrijfster en dichteres. Ze was bevriend met de dichters Anna Achmatova. Een dagboek van haar ontmoetingen met Achmatova is verschenen als Ontmoetingen met Anna Achmatova 1938-1962.

6 december 1960
Ik trof Anna Andrjevna [Achmatova] liggend aan. Bleek, zwaarlijvig en opgezwollen ligt ze op haar lage divanbed.
We hadden elkaar nauwelijks begroet, ik was nog maar net aan haar voeteneind gaan zitten, of ze pakte met een onverhoedse beweging een grote uitgeversenvelop van de tafel en reikte mij die aan.
'Leest u dat eens.'
Ik maakte hem open. Het was het nawoord van Soerkov.
Terwijl ik las, voelde ik hoe mijn hart in mijn oren en keel bonkte.
Eerst heel keurig alles uit het werk van de dichter halen wat haar liefde voor Rusland aantoont en dan Achmatova voorstellen als een vrouwtje dat overspel bezingt. Zo gaat dat: je verzint een vrouwtje dat volksvijandig een loflied zingt op overspel (waarom hebben ze trouwens allemaal zo'n minachting voor de liefde?) en dan begiftig je haar met een plotseling gevoel van patriottisme in 1941... En dan herinner je haar nog aan 1946. Wat laag!
Het gebonk in mijn keel en oren werd zo hevig dat ik mijn eigen woorden niet heb gehoord en niet meer kan herinneren.
'Zo is het genoeg, Lidija Komejevna,' onderbrak Anna Andrejevna mij, 'ze hebben vandaag al een keer de eerste hulp voor mij laten komen en dat wil ik niet nog eens. Bergt u dit weg. Nee, nee, nog verder weg. Kozmin heeft me gebeld met de vraag wat ik van het nawoord vond. Ik heb geantwoord: "Over dat document zullen we het niet hebben." Met Kozmin wil ik helemaal nooit meer ergens over praten. Hij is een leugenaar. Hij heeft me immers verzekerd dat in het nawoord zou staan dat ik een schakel ben tussen bepaalde dingen... En in plaats daarvan is hij met een parafrase gekomen van de verordening van '46!'
Ik zweeg. Ik moest een ander onderwerp bedenken, maar mijn hoofd stond niet naar een gesprek, zo heftig bonkte mijn hart in mijn oren. Anna Andrejevna stond op, ging de kamer uit, kwam terug en vroeg me om thee te komen drinken in de eetkamer. Op tafel lag de Newyorkse editie van het werk van Mandelsjtam. Ik bladerde erin. Maar er kwam geen woord over mijn lippen. Anna Andrejevna kreeg medelijden met me en begon, om me af te leiden en te boeien, te vertellen over haar ontmoetingen met Tsvetaeva. [...]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten