16 juli - In Den Haag. Lang staan kijken naar de Saul van Rembrandt. Hij droogt zijn gezicht, of eigenlijk zijn oog, met de punt van een gordijn. Daardoor zie je maar de helft van zijn gelaat, dat getekend is door de jaren, de begeerten, de verveling, de zwaarmoedigheid...
Kort geleden gedineerd met een Duitse vluchteling. Net als alle Duitse vluchtelingen voorspelt hij dat het Hitler-regime binnenkort in elkaar zal storten en dat de communisten aan de macht zullen komen. Het schijnt dat op kazernemuren het volgende rijmpje te lezen staat:
Adolf Hitier, gib uns BrotIn Den Haag een huis ontdekt waar met grote letters op staat: Nazional-sozialistische Beweging. Hier ook al. Wat wordt de wereld toch vervelend! Gisteren heb ik Dop Bles ontmoet, een boekhandelaar met wie wij in 1929 kennis hebben gemaakt. Een beminnelijke, ontwikkelde man. Toen hij me een boek liet zien, viel me op dat hij een ring droeg met een minuscuul klein hakenkruis erop. [Ik vergiste mij in de betekenis van dat hakenkruis, zoals ik verderop in dit dagboek zal uitleggen.]
Sonst wird bald die Reichswehr rot.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten