donderdag 16 februari 2023

Corneille • 17 februari 1957

Corneille (Guillaume Corneille van Beverloo, 1922-2010) was een Nederlandse schilder. In 1957 was hij in Ethiopië, en hield toen een reisdagboek bij.

17 februari.
Op de markten en pleinen lijken de Ethiopiërs een zwerm witte duiven; ze dragen nooit bonte stoffen, altijd wit. Hun schilderkunst is niet realistisch: ze geven de kleding van hun figuren uitbundige kleuren.
Homerus kende de Ethiopiërs al en noemde hen: ‘Abessiniërs, zonder blaam, wier offeranden de Goden het welgevalligst zijn’.
Om vier uur hebben we de schilder opgezocht, die ons zeer vriendelijk ontving. Door bemiddeling van een jonge knaap heb ik met deze waardige, oude man kunnen praten over techniek en materialen en een schilderij op hout kunnen kopen, dat hij in een donkere hoek van zijn atelier had staan en dat ik bij toeval ontdekte (hij zou het ons zeker niet hebben laten zien): een Sint George die met zijn lans de draak doorsteekt. Sint George is de schutspatroon van Ethiopië. Voor we vertrekken, poseert de schilder, waardig als steeds, gewillig voor een laatste foto, mijn nieuwe bezit in de hand.

18 februari.
Ze zijn in de Ethiopische kunst bezeten van ogen: hele series ogen, dikwijls op gelijke hoogte, starend uit bleke gezichten, dicht tegen elkaar gedrukt. (Ze zien zichzelf niet als zwarten en schilderen zich ook niet zo.) Altijd die talloze hoofden op hun schilderijen; dikwijls ontdek je aan de uiterste rand van het doek nog een paar ogen. En altijd die zelfde ernstige, vreemd starende blik.
Op straat zie ik overal om mij heen deze obsederende blik onder een opvallend hoog, licht gewelfd voorhoofd.
Met zijn eucalyptussen, die vriendelijke, zilverblanke, sterk geurende bomen, zijn onvergetelijke kerken, door hun vele fresco's vol leven, zijn fascinerende monumenten, zal Axoum voor mij onvergetelijk blijven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten