• Erich Kästner (1899-1974) was een Duitse schrijver. "Anfang 1945 gelang es ihm, mit einem Filmteam zu angeblichen Dreharbeiten nach Mayrhofen in Tirol zu reisen und dort das Kriegsende abzuwarten. Diese Zeit hielt er in einem 1961 unter dem Titel Notabene 45 veröffentlichten Tagebuch fest." Het boek is in het Nederlands vertaald door Jan Bert Kanon.
Onderstaand fragment is afkomstig van de DBNL; het is onduidelijk of het hier om de vertaling van Kanon gaat.
Berlijn, 12 februari 1945.
De gruwelpropaganda, die de laatste dagen wordt opgeschroefd, vergaat het als elke felle propaganda, die men niet mag tegenspreken: ze wordt tegengesproken. Omdat bij vrouwen de behoefte om tegen te spreken toch al levendiger is dan bij ons mannen, komt ze pas goed op dreef bij onderwerpen ‘waarvan wij niets begrijpen’. Daartoe behoren de verhalen over verkrachtingen die hier de ronde doen. De vrouwen betwijfelen helemaal niet dat dergelijke dingen gebeuren en zeer spoedig ook in Berlijn kunnen gebeuren. Maar ze voelen tegelijkertijd dat zulk nieuws gebruikt wordt voor pseudovaderlandslievende propaganda. Dat maakt ze nijdig en daarom ontkennen ze zonder meer, dat die hele kwestie zo belangrijk is, als men wil doen voorkomen. De gedwongen geslachtsdaad is en blijft of het nu oorlog of vrede is, een onderhuidse gebeurtenis en lang niet de ergste. Een bajonet in je lichaam is erger zo ongeveer wordt hier en daar geredeneerd.
De kapster, die mijn secretaresse Lotte onlangs watergolfde, vatte haar opinie over verkrachtingen kort en bondig samen in de woorden: ‘Liever een Rus op mijn buik dan een kapot huis op mijn hoofd!’ En ik zelf hoorde gisteren, hoe twee vrouwen met elkaar praatten over een gruwelnieuwtje, dat een boerin dertig keer verkracht was en daarbij het leven had gelaten. De afschuw van de twee vrouwen over deze wandaad was even groot als hun onvermogen om de dood van het arme slachtoffer te begrijpen. Ze bespraken het geval uitvoerig als twee chirurgen, die de dodelijke afloop van een operatie niet aan de operatie zelf maar aan duistere begeleidende omstandigheden toeschrijven. Hun debat verliep niet minder zakelijk. Weliswaar gebruikten ze absoluut geen medische vaktermen. Ze drukten zich zo Duits uit als het maar kon.
Dat zijn maar twee voorbeelden en andere vrouwen zullen ‘in puncto puncti’ niet zo nuchter kunnen denken. Maar het zijn toch maar twee voorbeelden.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten