• Gymnasiast, 15 jaar - Amsterdam. Uit: Dagboekfragmenten 1940-1945,
geselecteerd door T.M. Sjenitzer-van Leening
[27 februari]
- Vannacht heb ik niet lekker geslapen. Ik was erg verkouden. Na t ontbijt ging ik m'n huiswerk maken maar 't ging niet vlot want m'n ogen traanden van de verkoudheid. 's Middag aten we maar zo'n beetje boterham. Toen de eetrommel opgeruimd was ging ik m'n werk voor wiskunde maken. Ik heb er wel twee uur aan één stuk door op gezeten en dan terwijl je verkouden bent. Aan 't eind van de middag heb ik met mama vader en Bartje gewandeld langs de IJsel en door 't park. 't Was triest weer doodstil en miserig en koud. Ik kwam hierdoor niet in een goede stemming. Ik dacht aan van alles. Aan een meisje waar ik veel van zou kunnen houden en aan de invasie en 't einde van de oorlog. 't Duurt zo verschrikkelijk lang en ik hoop al niet meer op de invasie. Hij komt niet. De Engelsen zijn te sloom. Ze kunnen alleen maar bombarderen maar 't kan me allemaal niets meer schelen. De Russen gaan te hard in 't Oosten de Engelsen te langzaam in Italië.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten