donderdag 6 februari 2020

Erich Kästner • 7 februari 1945

Erich Kästner (1899-1974) was een Duitse schrijver. "Anfang 1945 gelang es ihm, mit einem Filmteam zu angeblichen Dreharbeiten nach Mayrhofen in Tirol zu reisen und dort das Kriegsende abzuwarten. Diese Zeit hielt er in einem 1961 unter dem Titel Notabene 45 veröffentlichten Tagebuch fest." Het boek is in het Nederlands vertaald door Jan Bert Kanon.

Berlijn, 7 februari 1945.
Een vrouw, die wij onlangs spraken was met een oorlogsschip van Koningsbergen naar Kolberg overgebracht. Ze hadden eerst twaalf uur in de haven moeten wachten, zieke vrouwen, zwangere vrouwen, vrouwen met zes en nog meer kinderen. En tijdens het transport was er, behalve het water van de Oostzee, geen druppel water te krijgen geweest, niet om te wassen en niet om te drinken. Het schijnt dat men de opmars van een leger nauwkeuriger kan voorbereiden en uitvoeren dan een terugtocht. Bovendien zijn hier waarschijnlijk twee totaal verschillende talenten in het spel. Steeds weer hoort men verhalen over bevroren kinderen, die door hun wanhopige moeders uit onverwarmde goederenwagons moesten worden gegooid.

Tegelijkertijd past de overheid die voor het welzijn van de jeugd zorg draagt, ook andere methoden toe. Zo vertelde Willi Schaeffers de geschiedenis van een kennis, die vroeger danseres was geweest en bij wie men, omdat ze niet ‘waardig was om kinderen op te voeden’, haar vijfjarig dochtertje had weggehaald. Want deze jonge vrouw ontving, ofschoon getrouwd, herenbezoek. De moeder ging als een razende te keer, trok de door een hulpagent geëscorteerde partijmatrone aan het haar en gilde het hele huis bij elkaar. Haar kind, zo zei ze, had te eten en sliep warm, terwijl tienduizenden andere kinderen verhongerden en doodvroren. De politieagent deed wat hij kon om de gillende vrouw ervan te overtuigen, dat ze aldus niet het minste zou bereiken, maar zichzelf, behalve wanneer ze toegaf, in ernstige moeilijkheden zou brengen. Zo werd het kind, dat ook schreeuwde, van haar zondige moeder verlost. Ze weet, dat de Russen voor Berlijn staan, maar waar haar dochtertje is, dat weet ze niet.

1 opmerking:

  1. Dank voor dit indringende dagboekfragment, dat laat zien dat alle partijen in een oorlog lijden.
    Ik hoop ten overvloede: Hiermee wil ik niets van de vreselijke Duitse misdaden van toen bagatelliseren

    BeantwoordenVerwijderen