donderdag 29 augustus 2019

Gerrit Kamphuis • 30 augustus 1937

Gerrit Kamphuis (1906-1998) was een (religieus) dichter en letterkundige. Dagboekfragmenten van hem zijn gepubliceerd in het tijdschrift Liter.

30 Augustus Maandagmorgen
Nog midden in den zomer en nu reeds wordt het licht dunner en koeler. Dinsdagsavonds 10 Aug. uit Keulen thuisgekomen. Artikelen geschreven over de Vondeltentoonstelling voor De Standaard.
Het was psychologisch een merkwaardig experiment eenige dagen met Bert [uitgver Bert Bakker] en Ella [zijn vrouw Ella van Nood] samen te zijn. Ik zou het zeker niet op prijs stellen een derde bij Betty en mij te hebben, maar Bert is minder gevoelig. Hij was zelfs op sommige punten wat grof van gevoel. Zoo deed zich eenige malen verschil van meening voor over de te gebruiken wijn. Bert kon het niets schelen, als hij maar wat dronk. Bert is weinig kieskeurig, ook op 't gebied van vrouwen. Als hij meer geld bij zich gehad had, was hij wellicht 's avonds, nadat hij Ella naar bed had gebracht, nog naar een of andere nachtgelegenheid gegaan. Hij houdt wel van haar, maar heeft, behalve het lichamelijke, toch niet zoo heel veel dieper contact met haar; hij heeft geen invloed op haar geest, waardoor ze nog eenigszins geborneerd orthodox gebleven is. Daartoe zou hij trouwens eerst zichzelf meer moeten opvoeden. Soms deed hij me aan een rijke parvenu denken, b.v. toen we op een terras op de Domplatz zaten, schreeuwde hij op bevelende toon: Ober, Ober. Toen ik hem er op opmerkzaam maakte, dat ‘Herr Ober’ nog iets netter was, vond hij dit onzin, en toen ik zei, dat de man zoo meteen wel langs zou komen en hij dus niet zoo'n drukte hoefde te maken, zei hij: ‘Ik betaal ervoor, dus wil ik ook op mijn wenken bediend worden!’ En dat voor iemand van even in de twintig! Zijn ongeluk is, dat hij te veel geld in handen heeft gehad. Hij is te zeer op zijn gemak gesteld, heeft daardoor een burgerlijke inslag in zijn wezen. Hij bezit een algemeen aesthetisch gevoel, maar dit blijft tamelijk passief door een weinig krachtige geest. Daardoor heeft hij ondanks de vele vellen druks nog geen enkel werk geschreven, waarin iets van persoonlijke waarde zit. Het gaat hem alles te gemakkelijk af, en vooral, hij neemt te gemakkelijk en zonder nadenken iets over. Zijn erotisch leven bezit maar een zwakke psychisch-geestelijke inslag; meestal ontbreekt deze, en wordt het louter en alleen bepaald door een lichamelijke praedispositie. Ella is nog naïf en weet van dit alles weinig of niets. 't Zou niet te verwonderen zijn als ze nog veel moeilijkheden ondervond in haar huwelijksleven, dat misschien wel op een teleurstelling uitloopt.*

Op de Vondeltentoonstelling was ze mijn gewillig gehoor betreffende een stof waar ik goed in zat, op de boot hield ik haar, toen ze wat bang was wegens het onweer, een beetje in m'n armen. Bert erkende zelfs mijn meerderheid in die rollen, door eens, in een gesprek over Glaeser's ‘Jahrgang 1902’ te zeggen: ‘Gerrit, nu moet jij haar maar eens de beteekenis van dat boek uitleggen’. In ieder geval vond ik het prettig, zittend bij een glas wijn aan de hooge Rijnoever, een lief meisje met eenige kracht van reden deze zaken uiteen te zetten. Zoo pleegde ik de meer verfijnde vormen van erotiek met haar, de grove liet ik aan hem over wanneer hij 's avonds of 's morgens even bij haar in bed kwam.

[* Teleurstelling: Gerrit Kamphuis kreeg gelijk. Na enkele jaren huwelijk scheidden Bert Bakker en Ella van Nood. Bert hertrouwde met de kunsthistorica Victorine Hefting (1905-1993), Ella met de kunstschilder Roeland Koning (1898-1985).]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten