zondag 28 oktober 2018

Monique van de Ven -- 27 oktober 1982

Monique van de Ven (1952) is een Nederlandse actrice. In 1982 hield ze op verzoek van NRC Handelsblad een 'Hollands dagboek' bij, ter gelegenheid van de première van haar film Ademloos.

Woensdag 27 oktober
Laat, met haast en een beker thee, schuif ik om negen uur 's morgens op de achterbank van een groene Volvo, die mij vervolgens met producent en regisseuse van 'Ademloos' naar Hilversum rijdt. Op de voorbank verruimen en vernauwen twee mensen zich met woorden. Door de voorruit zie ik bomen, water, koeien, een wazig landschap. We arriveren bij Vara, en laten Mady daar achter. Een hoek verder de NOS-studio, waar ik een radio-interview heb. Een nieuwe regeling maakt dat er hier slagbomen met penningen zijn (die wij natuurlijk niet hebben). Deuren die met interessante drukknoppen en inspreekbare doosjes, na wat uitleg opengaan.
Het interview, kopje koffie, muziek... Met veel nagepraat terug paar Amsterdam, eigen auto gehaald, geluncht met M. en R. en W., die snel een VN en HP haalden waar we in staan. Altijd spannend.
Veel telefoontjes, afspraken geregeld. De tijd vliegt en heb nog lang niet iedereen gezien of gesproken. Verwen mezelf door naar Bert Coiffures te gaan, waar ik de humor van de Amsterdamse dames en één heer, de heer B. dus, heerlijk op me in laat werken. Krijg weer allerlei flessen cadeau, die allemaal een keer op m'n haren gesmeerd moeten worden. Ik rijd naar afspraak in Gooi, waar ik de kinderen van vriendin J. bewonder, die net van veemarkt komen.
Om toch geconcentreerd over de dingen des levens te kunnen praten besluiten we om de kinderen aan oppas IJ. over te laten, en bij P. de la P. in een heerlijk menu te duiken. We worden getracteerd door R.T. van P. de la P. op champagne, en genieten volop. We hebben heel wat in te halen, niet alleen wat tijd, maar ook wat emoties en gebeurtenissen betreft. We raken in een filosofisch gesprek waar we beiden behoefte aan hebben. Na een glaasje tonic bij haar thuis uiten we ons respect voor elkaar. Kleine voetstapjes op de trap, een kus, en terug naar Amsterdam. Kijk naar wegenbouwers in de nacht, vind thuis allerlei notities van mensen die gebeld willen worden. Ik aai Rupert de poes van Paul, bij wie ik logeer. Hij, de poes, is klein en heeft veel aandacht nodig. Na badkamerverplichtingen duik ik met haast m'n bed in om deze eerste dag te beschrijven. Rupertje kijkt geduldig toe. Welterusten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten