woensdag 5 september 2018

Menno ter Braak -- 5 september 1939

Menno ter Braak (1902-1940) was een Nederlandse schrijver. Na de Duitse inval in Polen (1 september 1939) hield hij een maand lang een journaal bij.

5 Sept.
Vandaag met succes getracht mij te isoleeren van het ‘wereldgebeuren’ door de lectuur van een boeiende studie in Groot Nederland over Maurits van R. Nieuwenhuis. Heimwee naar tempo doeloe, zooals hij het beschrijft... en dat mij waarschijnlijk allerminst zou hebben bevallen, als ik er werkelijk in had moeten leven. Contrast maakt sentimenteel. De vooroordeelen van Van Deyssel tegen Daum voor ons (na twee wereldoorlogen) ronduit ridicuul, de heele woordkunst in zijn beteekenis nog ridiculer. Dat het isolement slaagde, bewijst het boeiende van het artikel, want gunstige oorlogsberichten zijn er nog niet. Ook nog niet de dramatische bombardementen op Parijs en Londen, waarmee volgens de feuilletonnistische voorstelling deze oorlog had moeten inzetten. Zoo zal er meer afwijken van het feuilleton.

Ook de sociale revolutie na den oorlog overigens. Het is volstrekt onzinnig om deze sociale revolutie weer te dramatiseeren als een ‘definitieve’ gebeurtenis.

Een principieele vraag: met welke gevoelens zal men 's morgens zijn das strikken, als men dagelijks gebombardeerd wordt en deze handeling dus tot de overbodigste cultuurhandelingen zal behooren, die men zich voor kan stellen. Het strikken van een das veronderstelt een kleine portie zekere toekomst.

Sommige uiterlijkheden (speeches van koningen en presidenten b.v.) lijken zoo tot in onderdeelen op 1914, dat men er misselijk van wordt. Maar over het minimum, waarvoor men vecht, kan ook niet gesproken worden; het zou diegenen ontmoedigen, die alleen voor maxima willen vechten (en trouwens ook leven). Dus spreken de heeren George en Lebrun over maxima, op zijn Poolsch. Toch zijn deze maxima relatief weer sympathieker dan de superlatieven-hysterie van het ondier Hitler, omdat zij althans iets van het minimum behelzen, al noemt men het dan ‘recht’ of iets dergelijks.

Mijn kapper is stellig van meening, dat Hitler vernietigd zal worden: ‘het zal hem zijn kop kosten.’ Hoewel ik aan deze opinie geenerlei waarde hecht, is zij toch voor 1% troostend.

Het meest verkochte dagblad, De Telegraaf, dat ditmaal anti-Russisch en anti-Duitsch tegelijk is, omdat de meerderheid dat is (het kon niet beter!) produceert gisteren een hoofdartikel, waarin gejeremieerd wordt, dat Stalin Hitler aanvuurt om oorlog te voeren, en dat de volkeren en legers het heusch niet willen. Deze sentimenteele drek wordt dus ook weer gecolporteerd. Alle volken hebben dezen oorlog gewild, want zij hebben Hitler zes jaar lang gewild: de Duitschers, omdat zij door hem alles voor niets meenden te kunnen stelen, de anderen, omdat zij op den duur voor niets van hem dachten af te komen (inbegrepen onze liberale pers, met haar academische Krekels, die wijfjes in loudspeakers lokten uit pure sonore onnoozelheid of corruptheid**). De ‘schuld’ valt op allen terug, ook op ons, antifascisten, die toch in laatste instantie te veel op ons gemak waren gesteld om het eenige te doen, wat absolute waarde zou hebben gehad: den loudspeaker van Berchtesgaden vermoorden. Degene, die hier haat uit zou lezen, zou zich ten zeerste vergissen; men haat toch ook geen wespen of luizen, men doodt ze om niet gestoken te worden, niet door luid gezoem te worden gehinderd, of uit hygiënische overwegingen. Hitler, wesp en luis, is schuldeloozer dan de krekel voornoemd: het absurde mannetje, dat altijd door Het Vaderl. liep, alsof hij een buiging wilde maken voor den metaphysischen achtergrond, ter plaatse, waar de zetterij is. Dit philosoofje schijnt zelfs eerlijk te zijn geweest, en ik geloof het half en half, als ik hem vergelijk met zijn collega P., den rancunemensch par exellence, die opgezet moest worden als model van dit genus onder een glazen stolp, na stankvrij te zijn gemaakt door een middel, dat wel evenmin zal bestaan als de Blitzkrieg.

Gedicht van J. in Gr. Ned.:
De ophanden storm zal hol uitruischen
als straks het ondergraven kruis
omver zakt, en de hakenkruisen
zijn stukgerateld, en het Huis
Europa puin is. - Heerscht, fanatisch,
aanbeden, in een stalen kou
de maansikkel dan aziatisch
boven Moscou? -
Misschien wel, misschien niet. Maar dat J. dit publiceert na de ietwat malle schipbreuk van zijn vorige anti-Hitler-gedicht door bankiersquaestie, bewijst weer, hoe eerlijk deze ‘metaphysicus’ is. Dus is hij eigenlijk geen metaphysicus. Het is onzinnig iemand als J., op grond van een woord bij de krekels in te deelen.


**
Toespeling op een Amerikaansch bericht over een proefneming om krekelwijfjes te lokken door middel van radiografisch overgebrachte geluiden van mannetjes-krekels.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten