zondag 16 september 2018

Jean Cocteau -- 17 september 1943

Jean Cocteau (1889–1963) was een Frans dichter, romanschrijver, toneelschrijver, ontwerper en filmmaker. Een selectie uit de dagboeken die hij tussen 1942 en 1954 bijhield zijn in het Nederlands verschenen onder de titel Dagboek van een duizendkunstenaar (vertaald door Joop van Helmond).

Vrijdag
Wat zou me in het leven allemaal niet zijn gelukt met uiterlijke schoonheid die zelfverzekerd maakt, of zelfs met een doodgewoon uiterlijk. Mij is een bizar uiterlijk ten deel gevallen, dat ik al lang niet meer probeer uit te buiten.
Gedurende twintig jaar heeft iedereen mijn afstotende, grove, hoekige voorkomen als een pose beschouwd. Eigenlijk deed ik alle moeite om de tekortkomingen waaraan ik leed tot het uiterste door te voeren. De benauwdheid van het bestaan maakte me overmoedig. Deze schijnovermoed stelde me in staat ergens binnen te gaan of weg te lopen. Het is waarschijnlijk dat de kluwen van inzinkingen die ik in mezelf bekneld hield zich heeft afgewikkeld door alles op afstand te verwarren. Er zijn minuten dat ik weer rechtop kan staan, alleen, wezenloos, leeg alsof de anderen leefden en ik slechts een schaduwleven leidde. Dan overkomt het me dat ik me aan om het even wat, om het even wie, vastklamp, in geestdrift raak en de illusie wek van een gelukkig en overvloedig leven. De mensen laten me alleen, keren terug tot hun eigen ritme en laten me weer vallen, dood. Het werk wordt me onmogelijk. Ik praat erover, als men er met mij over praat. Als ik weer alleen ben verval ik in wezenloosheid. Bovendien regent het. Mijn zenuwen zijn ontknoopt zonder ontspanning. Ze hangen slap en vangen aan het uiteinde de afgrijselijke golven op die omgaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten