• Anne Frank (1929-1945) was een Joods meisje dat na haar dood bekend is geworden door het dagboek (Het achterhuis) dat ze schreef tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen ze ondergedoken zat in Amsterdam.
Vrijdag, 31 Maart 1944
Lieve Kitty,
Stel je voor, het is nog tamelijk koud, maar de meeste mensen zitten al ongeveer
een maand lang zonder kolen, plezierig hè! De stemming in het algemeen is weer
optimistisch voor het Russische front, want dat is geweldig! Ik schrijf wel niet veel
over de politiek, maar waar ze nu staan moet ik je toch even mededelen, ze staan
vlak voor het Generaal-Gouvernement en bij Roemenië aan de Proeth. Vlak bij
Odessa staan ze. Hier wachten ze elke avond op een extra communiqué van Stalin.
In Moskou schieten ze zoveel saluutschoten af, dat de stad elke dag wel dreunen
moet; of ze het nu leuk vinden om te doen of de oorlog weer in de buurt is, of dat ze
geen andere manier weten om hun vreugde te uiten, ik weet het niet!
Hongarije is door Duitse troepen bezet, daar zijn nog een millioen Joden, die zullen
er nu ook wel aangaan.
Het geklets over Peter en mij is een beetje bedaard. Wij zijn erge goede vrienden,
veel bij elkaar en praten over alle mogelijke onderwerpen. Het is zo fijn, dat ik me
nooit moet inhouden zoals bij andere jongens het geval zou zijn, als we op précair
gebied komen.
Mijn leven hier is beter geworden, veel beter. God heeft mij niet alleen gelaten en
zal me niet alleen laten.
Je Anne.
Zaterdag, 1 April 1944
Lieve Kitty,
En toch is alles nog zo moeilijk, je weet zeker wel wat ik bedoel, hé? Ik verlang
zo ontzettend naar een kus, de kus die zo lang uitblijft. Zou hij mij aldoor nog als
een kameraad beschouwen? Ben ik dan niet méér?
Jij weet en ik weet, dat ik sterk ben, dat ik de meeste lasten wel alleen kan dragen.
Ik ben het nooit gewend geweest
mijn lasten met iemand te delen, aan mijn moeder heb ik me nooit vastgeklemd, maar
nu zou ik zo graag eens mijn hoofd tegen zijn schouder leggen en alleen maar rustig
zijn.
Ik kan niet, kan nooit de droom van Peters wang vergeten, toen alles, alles zo goed
was! Zou hij niet ook daarnaar verlangen? Zou hij alleen maar te verlegen zijn om
zijn liefde te bekennen? Waarom wil hij mij zo vaak bij zich hebben? O, waarom
spreekt hij niet?
Laat me ophouden, laat me rustig zijn, ik zal me wel sterk houden en met wat
geduld zal dat andere ook wel komen, maar ... en dat is het erge, het ziet er zo erg
naar uit of ik hem naloop, altijd moet ik naar boven, niet hij gaat naar mij.
Maar dat ligt aan de kamers en hij begrijpt dat bezwaar wel.
O ja, hij zal wel meer begrijpen.
Je Anne.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten