woensdag 23 maart 2022

Cyriel Buysse • 24 maart 1913

Cyriel Buysse (1859-1932) was een Vlaamse schrijver. Zijn Zomerleven bevat beschouwingen in dagboekvorm.

24maart
Grijs. Alles kil en dof-grijs, als gisteren. 't Is geen weer om uit te gaan; 't is een weer om couranten te lezen.
Laten we dan maar beginnen met 't interessantste: het sportnieuws.

Voetbal

Een grote, internationale wedstrijd heeft plaats gehad en de vertegenwoordigers van een heel klein land hebben de vertegenwoordigers van een heel groot en machtig land geslagen. De verslaggever van mijn courant noemt het een historische gebeurtenis. Hij heeft mensen gezien die vreugdetranen schreiden; anderen, die van ontroering een flauwte nabij waren.
Bravo! Bravo! Heerlijk! Ik ben helemaal verzoend met mijn courant, die mij anders zoveel saaie kost te slikken geeft. Maar ik lees verder in het blad en algauw komt de gewone ontstemming.
Ik lees van een kleine, nietige mogendheid, die, desnoods met kracht van wapenen, haar heilige, traditionele, nationale rechten, tegen de aanslagen van een zeer sterke, grote mogendheid zal verdedigen!
Die onzin ergert mij alweer geweldig. Welke sombere, welke volslagen imbecielen, welke definitieve crétins en idioten zijn er dan wel aan het bestuur van dat klein land om, in deze eeuw van beschaving en vooruitgang, nog zulke stommiteiten te durven verkondigen: waarom vragen ze niet meteen een conferentie van diplomaten in 't Vredespaleis aan of een conferentie op Merenberg?
Komaan, heren, wees nu toch verstandig en leert voetbal spelen: vijf ministers als ‘forwards’, drie, als ‘half-backs’, twee als ‘backs’ en uw koning in de ‘goal’. Als ‘referee’ de minister van Sport en Toerisme. Heus: het sportterrein is nog het enig strijdperk, waar een kleine natie haar ‘heilige, traditionele, nationale rechten’ tegen de aanvallen van een grote mogendheid met kans op zegevieren kan verdedigen.

Drie uur. De zon komt door de grijze wolken piepen en lonkt mij lachend toe. Gij zult mij geen onzin vertellen. Gij, die wijs en kalm en mild en eeuwigdurend zijt, zult mij laten genieten van de ‘heilige, traditionele rechten’ van 't eerste viooltje, dat daar pas, tussen zijn zachte groene blaadjes, op dat koesterend beschenen bermpje, zo ontroerend-lief en zoet-geurend ontloken is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten