zondag 3 maart 2019

O.C.A. van Lidth de Jeude -- 3 Maart 1945

Otto van Lidth de Jeude (1881-1952) was een Nederlandse waterbouwkundige en politicus. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleef hij in Londen. Hij was voorzitter van het Nederlandse Rode Kruis en vanaf 1942 minister van Oorlog. Over de periode 1940-1945 hield hij een dagboek bij.
Het onderstaande fragment schreef hij in het Schotse Perth, gelegen aan de Tay, waar hij heen was gegaan voor een visvakantie.

3 Maart 1945
Het schijnt, dat bewesten den Rijn de moffen worden opgerold.Venlo is eindelijk door de geallieerden genomen en het ziet er naar uit, alsof Roermond spoedig zal volgen. Beide steden zullen zéér zwaar geleden hebben. Goebbels hield dezer dagen een rede, waarin hij het Duitsche volk nog steeds een 'uiteindelijke overwinning' voorhoudt, maar tusschen de regels door kan men bespeuren, dat hij de grootste moeite heeft zijn 'gedweeë' schapen bijeen te houden. Het kraakt, geloof ik, aan alle kanten! —
Mijn moeite is beloond! Heden een pracht zalm van ruim 17 pond gevangen. Voort nog zes 'kelts' ('te magere zalmen'); hoewel die weer aan de rivier worden teruggeven - wettelijk voorschrift en straf bij overtreding - is de sport toch dezelfde. Het zijn pootige vechtersbazen en men heeft zijn handen eraan vol om ze veilig te landen. Steeds een verrassing als zij boven water komen, of het een waardevolle zalm of een waardelooze kelt is. Allergenoegelijkste dag, hoewel koud op het water en geen zon. Gisteren was Peter, de chauffeur, op de rivier en waagde ook een kansje, voordat wij huiswaarts gingen. Hij ving twee kelts en was zeer opgewonden en zenuwachtig, trotsch op zijn vangst. Wij hebben ons even omgedraaid en toen gebeurde het groote wonder - de kelts werden zalmen en verdwenen in Peters 'bag'. Hij was er 'vol' van en vertelde aan iedereen dat hij twee zalmen had gevangen. Eigenlijk 'laten' vangen, want Mr. Ness moest ze voor hem ophalen. Een vermakelijk mannetje. Een soort 'duivelstoejager' van Kalis. Hij bezorgt mij 12 eieren om'mee te nemen'.
Er is hier blijkbaar van alles overvloed, vergeleken met Londen. Een genoegelijk land. Het spijt mij, dat ik weer terug moet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten