• Lidija Tsjoekovskaja (1907-1996) was een Russisch schrijfster en dichteres (op de foto ook haar dochter). Ze was bevriend met de beroemde dichteres Anna Achmatova, en beschreef hun ontmoetingen in haar dagboek: Ontmoetingen met Anna Achmatova 1938-1962 (vertaald door Kristien Warmenhoven). Na Achmatova’s dood bezorgde Tsjoekovskaja haar werk.
2 mei 1939
Vanochtend, toen ik met Ljoesja aan het wandelen was, ben ik bij Anna Andrejevna langs gelopen en heb haar overgehaald om mee te gaan.
Ze hinkt een beetje: haar hak is kapot.
We lopen over de Fontankagracht, langs het circus, langs het Ingenieursslot.
'Heeft u niet genoeg van Petersburg?' vraagt ze na een lang stilzwijgen. 'Ik? Nee.'
'Maar ik wel. De verte, de huizen — het zijn beelden van een verstard lijden. En ik ben zo lang, veel te lang, niet weggeweest van hier.'
Toen we langs het circus liepen; 'Een paar jaar geleden, tijdens de witte nachten, hoorde je hier een zeehond janken...'
Langs het Ingenieursslot: 'Ziet u die twee vensters met die aparte gekleurde ramen? In die kamer is Pavel I vermoord'.'
We gingen even in het tuintje zitten. Ze sprak enthousiast over de fresco's in de Sofija-kathedraal. (Ze had er foto's van gezien.) En zei: 'De Sofija van Novgorod is ook heel mooi.'
We brachten haar naar huis.
'Ik ken de Fontanka op mijn duimpje,' sprak Anna Andrejevna. 'Hier in het huis van de kanselarij heb ik met Olja [Soedejkina] gewoond.'
(Dat is het huis met de pilaren vlak bij de Simeonevskibrug).
'U moet wat vaker gaan wandelen,' zei ik bij het afscheid. Ze wees mij met opgeheven wijsvinger terecht: 'Hoe kunt u zoiets zeggen. Alsof dit een tijd is om te wandelen!'
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten