• Adriaan Morriën (1912-2002) was een Nederlandse schrijver. In Plantage Muidergracht zijn ook dagboeknotities van hem opgenomen.
(29 mei 1973) Ik bel Fanny Kelk op om te vragen hoe het met Roland Holst gaat. 'Slecht,' antwoordt zij. 'Hij heeft bronchitis maar wil het niet weten. Eerst mocht hij helemaal geen bezoek ontvangen en was ook zijn telefoon uitgeschakeld, maar vandaag heb ik gebeld en mocht ik bij hem komen. Toch loopt het af. Toen ik bij Jany kwam lag hij in bed. Hij wou hebben dat ik praatte. Hij wou geen bloemen, of iets anders. Hij vertelde dat Greshoff, toen die op sterven lag, geen 'gras' wilde hebben, net zomin als hij, maar ook verhalen wilde horen, nieuws over mensen die niet dood waren, die nog leefden. "Ik nam 's ochtends altijd een kouwe douche," zei Jany, "en daarna luisterde ik naar Bach. Die kouwe douche heeft de dokter mij verboden en Bach kan mij niets meer schelen. Vorige week ben ik vierentachtig geworden. Waarom zou ik mij met alle geweld voortslepen om de negentig te halen?!"
Fanny wekte mij op hem te schrijven: 'Post wil hij hebben, al kan hij de brieven niet meer beantwoorden. Van de week kwam er een briefje, of een kaartje, van Beatrix. Terwijl ik bij hem op bezoek was, werd er getelefoneerd. Hij stapte uit bed en ik hielp hem. Zijn pyjama hing open. Ik zag zijn hele klok-en-hamerspel. Ik hing een jas om zijn schouders. Het was de vriendin die nu in zijn huis woont. Terwijl hij met haar praatte, veranderde de toon van zijn stem. Hij kreeg weer iets kokets, gemengd met pesterij. "Dus je weet niet of je donderdag kunt komen?" vroeg hij. Een beetje bozig ging hij weer in bed. Hij heeft genoeg van het leven. Hij verveelt zich.'
Mensen beseffen niet eens hoe slecht zij elkaar behandelen. Ze moeten al schreeuwen en slaan om het elkaar duidelijk te maken.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten