• Marcel Jouhandeau (1888-1979) was een Franse schrijver. Een selectie uit zijn dagboeken is verschenen in de reeks Privé-domein. Vertaling: Hepzibah Kousbroek.
• In mei 1968 brak in Parijs een studentenoproer uit, dat zich ontwikkelde tot een algemene staking in heel Frankrijk.
19 mei 1968.
* Zo min als filantropie liefdadigheid is, impliceert liefde sympathie.
Wij omhelzen in onze privé-avontuurtjes meestentijds een symbool, waar de betreffende persoon niets of heel weinig mee te maken heeft. Met andere woorden, men houdt zelden van iemand, men houdt van niemand. Ik ben onschuldig aan de liefde die ik oproep. Net zo goed als zij die mij beroeren meestal nauwelijks verantwoordelijk zijn voor het gevoel dat ik voor hen denk te hebben.
Het toeval, het individu is slechts gezichtsbedrog – desondanks onmisbaar – om de hartstocht te bepalen.
* Tante Alexandrine en ik brachten brood bij een oude demente dame die steeds weer in haar voetstoof probeerde te kruipen.
De pretenties van de hedendaagse opstandigen zijn van dezelfde orde.
* Op hetzelfde moment dat de stakingen van de nepstudenten het Quartier Latin vernielden heb ik een jongeman ontmoet, een jaar of twintig oud, alleen, ernstig, met een boek in de hand dat hij af en toe dichtklapte om de tekst goed in zich op te nemen, of om ervan te genieten. Edele dieren zijn eenlingen.
* Alle beschaafde en serieuze jonge mensen die ik ken, die studeren, zijn vijandig tegenover de wanorde die veroorzaakt wordt door de imbecielen die hun regelmaat verstoren.
Ook de eerlijke arbeiders die ik ondervraag antwoorden dat ze onder dwang staken.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten