Het brandt nog steeds in Rotterdam. Er is ontzettend veel vernield, en als men in de binnenstad loopt, kan men het zich nog
niet indenken dat dat alles nu voorgoed weg is. De straten zijn bedekt met puin, zoodat het in de meeste straten is alsof men in een holle weg loopt waarvan de zijkanten glooiend oplopen. Overal ziet men uitgebrande en vernielde auto's. In den tuin van het ziekenhuis aan de Coolsingel dat ook vernield is zag ik enige lijken in lakens gewikkeld liggen. Ik stond op den Coolsingel voor het stadhuis naar de brandende huizen te kijken aan den anderen kant, toen ik de eerste Duitschers op motorfietsen (en de officieren in auto's) binnen zag komen. Ze filmden den brand en juist toen de auto met den filmenden officier voorbij een brandend pand reed, stortte de voorgevel in, juist enige seconden te laat.
De Duitschers worden achterdochtig bekeken, het is net als wanneer er een circus opgebouwd wordt. Die lui zijn ook van alles voorzien en schijnen een zware reis achter den rug te hebben. Sommige meisjes staan al met de Duitsche soldaten te praten en te giechelen, doch dat zijn er maar enkelen. Uit alle grote steden komen hulpploegen en auto's met gereedschap om ons te helpen. Men zegt dat er duizenden lijken onder het puin liggen; men spreekt zelfs van 20.000 doch zoveel zijn het er waarschijnlijk
niet.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten