• Ernst Heldring (1871-1954) was een Nederlandse reder, bankier en politicus. Zijn dagboeken zijn te lezen bij de dbnl.
New York, 20 Mei 1939.
De boot bracht ons gisterenmorgen vroeg te New York, een halven dag te laat, omdat wegens Zuidelijk drijvende ijsbergen een flinken omweg gemaakt moest worden. De laatste dagen hebben we flink gebridged met Van Stirum, Gips, Voûte en een Engelsch joodje, zich Lyttleton noemende, allen goede spelers. Het opstoomen was even prachtig als vroeger, het silhouet van de skyscrapers uit den morgennevel oprijzende als het profiel van een tooverkasteel. Afgehaald door Huug van Manen, die zich een weg door het onbreekbare cordon van douaniers en immigration officers gebaand had, later gevolgd door Statius Muller. Louis Heldring, die ons met zijn auto naar het Plaza Hotel (zeer goed en zeer duur) bracht. Daar al spoedig door de Van Manen's en de Westendorpen opgezocht. 's Middags langs de 5th Avenue gekuierd, die volkomen van aanzien veranderd is - het was 1914 toen ik hier het laatst was. Toen de woonstraat van millionairs met een enkelen winkel als Tiffany. Nu wolkenkrabbers en kantoren. De rijkaards zijn verder Noordelijk getrokken. 's Avonds ‘Nederland’ diner door de Delprats aangeboden in de Rainbowroom op de 65ste verdieping van het Rockefeller Center. Dansen onder tafel en afschuwelijke luidruchtige muziek en dans, Amerikaansch onbeschaafd. Prachtig gezicht over het geheele New York. Aanwezig waren de Heer en Mevrouw Aronstein en het echtpaar Jonker.
Vanmorgen Redelmeier in het hotel ontmoet, ook Andriesse en den jongen Pierson (Bob) van Pierson & Co. Met Westendorp een deel van het Natural History Museum bezocht, voortreffelijk gearrangeerd. De praehistorische dieren zijn uniek. Lunch met de Westendorpen in de 55ste straat West. Warm weer. In den namiddag cocktail party bij de Heer en Mevrouw H. Motley Whitman, jongelui; het vrouwtje is Tjaarda uit Amsterdam. Daar ontmoet: Miss Lilienstern ter Meulen, Piek (Nijgh en van Ditmar), zijn nichtje Piek-Asser (zuster van Henk Asser), den jongen Wierdsma, den jongen Van Embden. In hetzelfde restaurant als vanochtend gegeten. Louis H. [Heldring] als gast.
21 Mei 1939.
Boottocht op den Hudson tot Poughkeepsie. Prachtig van landschap. Doet vaak aan den Rijn tusschen Coblenz en Bingen denken, minus de leelijke wijnbergen. Rivier breeder, soms de breedte van een meer. Poughkeepsie is het type van de kleine Amerikaansche provinciestad: slordig, onaf, stijlloos met heel wat kerken in slechte gothiek en houten huizen, die op invallen staan. Aan onderhoud doet men niet. De streek is mooi, heuvelachtig. Met de spoor terug in 2 uren, langs den rechteroever van de Hudson, veel campingplaatsen.
's Avonds gegeten bij de Van Manens in de Waldorf Astoria. Weer muziek en dans.
Uit Holland tijding dat De Wilde afgetreden is wegens oneenigheid met de Roomsche ministers over het budget van 1940. Colijn heeft zijn portefeuille overgenomen. Ook defensie wordt in het telegram als oorzaak van het conflict genoemd. Vermoedelijk wanhoopt De Wilde er aan het geld voor de 3 slagkruisers, die het Kabinet, naar ik bij mijn vertrek hoorde, wilde bouwen, bijeen te krijgen en de jaarlijksche uitgaven van 50 millioen die zij meebrengen, te bekostigen. Hoe het ook zij, het is het uitbreken van het conflict tusschen de orthodoxe financieleer en de uitgaven- en leeningpolitiek. De laatsten zullen voorloopig wel aan het langste einde trekken, wat een zeer bedenkelijk perspectief op de toekomst van onze financiën opent. De rol van Colijn is, van de verte uit gezien, niet duidelijk. Gaat hij met de modernen mede? Zoo niet, hoe kan hij De Wilde dan laten vallen? Hij zal oppositie in eigen partij krijgen, want de Antirevolutionairen zijn nog het meest van alle partijen voor een voorzichtige financieele politiek gestemd. In elk geval wordt het ministerie ernstig verzwakt.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten