13 Mei. De avontuurlijke eerste dag is voorbij en is
nog al voorspoedig geweest; maar, helaas, de toestanden in
het kamp zijn honderd maal erger dan ik verwachtte, en
er is oneindig veel meer te doen dan ik mij met eenige
mogelijkheid kon voorstellen. Laat ik trachten, lieve dagboek,
u te vertellen wat mijn werk is.
Het kamp is verdeeld in afdeelingen en de afdeelingen
in rijen tenten; de tenten in de rijen zijn genummerd. Nu heb ik rij 25, 20, 27 en 28 en wat er gereed is
van rij 29. Elke rij bevat ongeveer 30 tenten, zoodat ik
dagelijks zoowat 140 tenten te inspecteeren heb, en, daar
op zijn minst om de andere tent één of meer zieken zijn,
kunt gij begrijpen, hoeveel ik te doen heb. Ik vraag in
elke tent of er iemand ziek is, en waar patiënten zijn, schrijf ik het nummer van rij en tent in mijn zakboekje,
naam en leeftijd van den patiënt, aard van kwaal, enz.
De ernstige gevallen meld ik aan den dokter, maar voor
kleine ongesteldheden moet ik op mijn eigen verantwoording
voorschrijven en mijn zakboekje vertoont van avond een
lijst van ziekten, vreeselijk en wonderlijk om te zien.
Er is in liet kamp een kleine apotheek, waar de menschen
melk, sago, maizena, arrowroot, castorolie, zalf, hoest
middelen, enz. kunnen krijgen, op vertoon van een geschreven order, onderteekend door een van de zusters:
maar de meisjes zeggen, dat heel dikwijls het eenige artikel
in voorraad 'Niets' is. Dit is zeer weinig bemoedigend,
en ik heb een verbazend groot aantal orders geschreven,
misschien te vergeefs. Morgen zal ik wel hooren, of de
menschen iets ontvangen hebben.
Arme menschen! zij moeten zoolang wachten — somtijds
uren, voordat zij geholpen kunnen worden, en dan is het
verschrikkelijk, ledig weggezonden te worden.
Er zijn twee prikkelbare, overwerkte Hollanders in de
apotheek. De tenten zijn dun en tochtig en heel weinig
menschen hebben kooien, sommigen hebben zelfs geen
matrassen en slapen op den kalen grond. Bij gevolg
lijden zij van de koude meer dan van iets anders, en in
iedere tent is er dan ook kroep of influenza of kinkhoest.
Zij zouden de koude beter verdragen, als zij voedzaam
eten kregen ; maar er is vreeselijk veel dysenterie en diarrhee,
ten gevolge van de afschuwelijke dingen die zij moeten
eten en drinken in den vorm van verrot meel, taai, dikwijls
ziek vleesch, zwarte suiker, en het goed, dat men hier
koffie noemt — niemand weet, wat het werkelijk is
en er is heel wat verschil van meening op dit punt. —
Dit menu draagt den grootschen naam van 'rantsoen' en
is hetgeen iedereen ontvangt, van kleine kinderen tot
tandelooze oude menschen, die het eenvoudig niet kunnen
eten, en, als een kind ongesteld is, sterft het van honger.
Honderden zijn dien weg gegaan en honderden zullen nog
volgen in dit gure weder, tenzij er iets voor hen gedaan
wordt. Het is van avond bitter koud en ik zou gaarne
weten, hoe sommige mijner patiënten met verscheurenden
hoest het maken.
Zoodra ik meer tijd heb, zal ik er aanteekeningen van
houden, als ik iets bijzonders hoor. Vandaag b.v. hoorde
ik, dat een vrouw tien van haar twaalf kinderen verloren
heeft. — Ik moet haar naam zien te krijgen om te weten
of het verhaal waar is.
O! onze kleintjes lijden onuitsprekelijk, en toch zijn zij
zoo geduldig en zien mij soms aan met oogen vol smart,
als stomme dieren die pijn lijden. Het breekt mijn hart,
en wij zijn zoo hulpeloos. Ik ben nog niet gewend aan
mijn werk. De dokter was boos op mij, omdat ik hem
bij patiënten bracht, die heel ziek schenen, en hij zeide,
dat iedereen, die maar eenigszins loopen kon, naar de
apotheek moest komen op zijn spreekuren, daar hij geen
tijd had om het kamp rond te gaan. Het is waar, dat
de dokters meer te doen hebben dan zij af kunnen; maar waarom zijn er dan ook slechts twee? — Fout No. 2 was,
dat ik, niet tevreden met mijn eigen werk, een deel van
Mej. Celliers werk deed, die verwonderd vroeg naar
haren Barmhartigen Samaritaan. Nadat ik rij 25 had
gedaan, deed ik de geheele rij 24, denkende, dat het 26 was, en stelde mij zelf overal voor als de nieuwe zuster.
Toen ik mijn fout ontdekte, moest ik al mijn eigen werk
doen en kwam ik daarmede niet klaar tot laat in den
middag.
In sommige afdeelingen zijn de tenten niet eens genummerd en is er een algemeene verwarring.
Dr. Hamilton gaat naar Volksrust en er komt een
nieuwe dokter in zijn plaats. Mej. Celliers en ik zijn
nog in de veldtent, waarvoor ik zeer dankbaar ben. Vandaag zijn de wind en het stof iets verschrikkelijks
geweest, alles is zanderig. Men wordt hier zoo vuil —
wij gevoelen, alsof wij nooit weer schoon zullen worden,
omdat het water ijskoud en warm water een ongehoorde
weelde is.
Wij stalen een weinig uit de keuken van avond —
zoo n heerlijke keuken, ongeveer zoo groot als een vuurhout
doosje, maar zoo gezellig met de twee stoven (kachels).
Onze maaltijden zijn goed en ik schaam mij te eten,
terwijl zoovelen gebrek hebben; maar de meisjes zeggen,
dat ik wel over dat gevoel zal heenkomen. Wij moeten
voedzamen kost hebben, zullen wij sterk genoeg blijven
voor ons werk.
Nu weigeren mijn bevroren handen de pen langer vast
te houden en moet ik zoo vlug mogelijk onder de dekens
kruipen.
Misschien wilt u de geboorte- en de sterfdatum nog even corrigeren.
BeantwoordenVerwijderen