• Rutger Kopland (1934-2012) was een Nederlandse dichter en hoogleraar. In 1996 gaf hij na zijn emeritaat colleges over poëzie in enige Oost-Europese landen. Hij hield over die periode een dagboek bij dat is gepubliceerd als Jonge sla in het Oosten. Het onderstaande fragment beschrijft de allerlaatste dag.
16 november 1996
Onze laatste dag. Niets te doen. We gaan naar Krakau. Niet naar het daar dichtbijgelegen Auschwitz. Niet omdat wij 'het' niet willen weten, maar omdat wij 'het' wel weten. Wie het nog niet weet zal er daar ook niet achterkomen. Liever gaan we naar de ongeschonden stad Krakau, waar de nazi's de tijd niet gehad hebben om haar te verwoesten. De plannen lagen keurig klaar, maar de Russen kwamen net iets te vroeg. En Warschau, die grootschalige socialistische treurnis in de motregen en de oostenwind is weinig aantrekkelijk.
De trein voert ons door een landschap dat het midden houdt tussen Twente en Drente, maar dan Twente en Drente uit mijn jeugd. Er wordt nog geploegd met dezelfde dikke paarden als toen, de weggetjes zijn nog van zand, de boerderijtjes nog geen tweede woning. Hier en daar lopen bolronde, gehoofddoekte, gelaarsde, wollige vrouwtjes met koeien over de winterse velden. In de buurt van
Krakau begint het landschap de romantische trekken van Zuid-Limburg te vertonen, aangename huizen met prettige moestuinen. Tenslotte echter verdwijnt de landelijkheid langzaam maar zeker in het troosteloze industriële park met oudroest dat ik in die landen inmiddels gewend ben. We zijn er.
Maar wat een stad. De zon schijnt voorzichtig door de licht nevelige lucht, alsof zelfs het licht hier middeleeuws is. Wat doe je zo'n dag, je loopt wat rond, drinkt een pilsje op een terras, vertelt elkaar wat je nu eigenlijk van het leven vindt, voelt je wat melancholiek omdat het zo plezierig is en eigenlijk al is geweest bijna, het is al bijna die mooie verleden tijd waarin je leeft en je koopt een cadeautje voor thuis. Gewoon normaal.
Terug in Warschau kiezen we voor het duurste restaurant aan de Markt in de oude stad. De portretten in het portaal voor het restaurant tonen wie hier ooit hebben gegeten: Kohl, Mitterand, Doris Day en vele, vele anderen. Hier moeten wij dus zijn. Bij een Schubert strijkend strijkje, met mooie wijnen en een flink bord Pilzen Groszmutter Art nemen we afscheid van deze reis.
17 november 1996
Warschau—Schiphol. Lijkwitte kip met oude sla.353-2017>
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten