• Gerrit Kamphuis (1906-1998) was een (religieus) dichter en letterkundige. Dagboekfragmenten van hem zijn gepubliceerd in het tijdschrift Liter.
25 Juli '36-30 Juli (Zaterdag tot Donderdag)
Naar A'dam. Een heerlijke tijd gehad. Betty heeft mijn linkerhand opgezet [d.w.z. een begin gemaakt met van die hand een beeld te maken]. Veel regen, zoodat we weinig uit konden gaan. Een morgen naar Het Kalfje gewandeld. Voorts in De Uitkijk ‘Le 14 Juillet’ van Réné Clair gezien, een charmante, maar weinig diepe film, een beetje rommelig van constructie en niet zoo goed als zijn eerste werken ‘Le chapeau de paille’, e.d. Daarna een poosje bij Schiller gezeten. Het smalle pleintje vol auto's; 't lantarenlicht scheen fantastisch onder tegen de groene boomen aan en daarboven een transparant donkerblauwe lucht. Burgers en snolletjes drentelen voorbij. De avond was stil; een vreemde, lichte gevoeligheid was er in.
Ik heb Betty het boek Esther voorgelezen, een mooi boek, vol fijne ironie, psychologie, dramatiek in eenvoudige, groote vormen, boeiende geschreven en goed gecomponeerd. Het boek Job, dat wij ook nog zouden lezen, moesten we voor een volgend keer bewaren.
Kennis gemaakt met een jonge schilder en glazenier: Bleeker, of zoo iets, een leerling van R.N. Roland Holst, die 's avonds half twaalf even aan kwam.
Een middag in de boekenafdeeling van De Bijenkorf rondgesnuffeld; aldaar een uitgave der Fleurs du Mal met heerlijke platen van l'alouetta. Ik kocht de anthologie uit de Fransche dichters der N.R.F. en een Gregoriaans boek over Lucrezia Borgia.
Een morgen op de Universiteitsbibliotheek gewerkt, tijdschriften doorgezien en boeken meegenomen.
Bij Van Ulzen geweest, die mij een schandelijke brief van Mons liet zien aan Muller om deze over te halen Opwaartse Wegen [tijdschrift] te torpedeeren.
Mijn bundel Aardsch Seizoen aan van Ulzen gegeven.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten