• Franz Kafka (1883-1924) was een Tsjechische schrijver. Zijn dagboeken 1910-1923 zijn in het Nederlands vertaald door Nini Brunt.
1 juli. Het verlangen naar gedachteloze eenzaamheid. Alleen tegenover mijzelf staan. Misschien zal ik het in Riva bereiken.
Eereergisteren met Weiss, schrijver van de 'Galeere'. Joodse arts, jood van het soort dat het dichtst staat bij het type van de Westeuropese jood en met wie men zich daarom dadelijk verbonden voelt. Het geweldige voordeel der christenen, die in de algemene omgang dezelfde gevoelens van verbondenheid voortdurend hebben en daarvan genieten, bijvoorbeeld een christelijke Tsjech onder christelijke Tsjechen.
Het paar op de huwelijksreis, dat uit het Hotel de Saxe kwam. 's Middags. De kaart in de brievenbus laten vallen. Gekreukelde kleren, trage gang, sombere, lauwe middag. Op het eerste gezicht weinig karakteristieke gezichten.
[...]
2 juli. Gesnikt bij het verslag van het proces van de drieëntwintigjarige Mane Abraham, die haar kind van negen maanden, Barbara, uit ellende en honger wurgde met een mannendas, die zij als kouseband gebruikte en die zij afdeed. Zeer schematisch verhaal.
Het enthousiasme waarmee ik in de badkamer van mijn zuster een komische filmvoorstelling gaf. Waarom kan ik dat nooit bij vreemden?
Ik zou nooit met een meisje zijn getrouwd waar ik een jaar lang mee in dezelfde stad had gewoond.
3 juli. De uitbreiding en de verheffing van het bestaan door een huwelijk. Tekst uit een preek. Maar ik voel het bijna.
Als ik iets zeg, verliest het dadelijk en voorgoed zijn belang; als ik het opschrijf, verliest het dat ook altijd, maar verkrijgt het dikwijls een nieuw.
Een band van gouden kogeltjes om een gebruinde hals.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten